|
Vrijdag 1 | Daar knap je van op zo'n lange nachtrust. De controleur keurt het ruim goed en geeft groen licht om het laden te starten. Ik krijg de bedieningsfles van de laadpijp in mijn handen met uitleg voor de betreffende knoppen. Na een tijdje laden onderbreek ik de belading om in een ander vak te beginnen. Op een gegeven moment hoor ik een vreemd geluid. Ik kijk door het raam of ze misschien een vrachtwagen volgooien. Nee, dan toch maar eens kijken. Loopt de gerst aan alle kanten van de band boven in de toren. De pijp zit helemaal vol, omdat die in een bult gerst staat. Meteen een stuk omhoog met dat ding en hij loopt met een enorme straal leeg. Het lekken van de lading stopt meteen. Ik begin met de naast de toren gevallen gerst in het ruim te scheppen. Niet veel later komt de controleur weer een monstertje nemen. Dat doet hij nu ook maar naast de toren. Ik verwacht een uitbrander. Nee, hij grinnikt een beetje en zegt; "Het is hun eigen schuld. Ik had ze nog zo gezegd dat ze iemand bij de pijp moesten zetten. Het is niet het werk van de schipper". Natuurlijk weet ik dat wel, maar toch voel je je rot als het gebeurd. Een kwartiertje later is alles weer opgeruimd. Voor vertrek het schip afspoelen en op naar Roermond. Niet via de Maas helaas. Die is dicht vanwege hoogwater. En dat zal ook nog wel even duren als ik het zo inschat.
|
Zaterdag 2 | De itinerant merkt vanmorgen op dat we net op tijd weg zijn. Waarom dan? Nou, er was vannacht brand bij de silo. Dat is niet zo mooi dan. Samen met de buurman hebben we dan nog 525 ton gerst weten te redden. Ik hoor er verder niets van op de locale radio, dus het zal wel mee vallen. Misschien broei in een hoop afgekeurde lading dat buiten ligt, of zo. Dat komt vaker voor. Naast het kanaal zien we de Aisne in de weilanden staan. Het water komt duidelijk hoger. En niet alleen op de Aisne. Sommige kanaalpanden staan wel 15 cm hoger als normaal. En dat verneem je geladen best wel. Zo zijn we eerder als gedacht terug in Berry au Bac. De waterkrachtcentrale in Bourg et Comin neemt flink af wat ons in het lange pand voorstroom geeft. Ik besluit via Abbecourt te varen, omdat dat korter is als via de Aisne. We moeten tenslotte al ver genoeg omvaren deze reis.
|
Zondag 3 | Bovendien denk ik dat die ook tegen stremming aan zit. Zeker opvarig neemt men eerder deze route, maar met deze waterstanden is er merkbaar meer vaart hierlangs. Eigenlijk wel gezelliger als de hele dag niemand tegen komen. Op het canal Abbecourt heb ik nogal het idee dat je door een van alle mensen verlaten gebied vaart. Je moet het delen met de everzwijnen die de grond op sommige stukken helemaal stuk hebben gewoeld met hun snuiten. Henny en de kinderen gaan er alweer vroeg vanaf, want ze kunnen dan nog een verjaardag's feestje mee pikken. De auto zetten we in de sluis aan de wal. De slagboom krijgen we echter net open, omdat die op slot zit. Dan de itinerant opgebeld. "Geen probleem, ik kom er aan" En inderdaad die man is er zo om de poort open te doen. En daarna is iedereen weg. Ik vaar in m'n eentje verder. Aan het mini silootje van St Paul au Bois liggen wel drie lege spitsen te wachten, leuk om te zien. Indrukwekkend om te zien is de Oise onder de pont canal van Abbecourt. Het water staat flink hoog.
|
Maandag 4 | Gisteravond laat is Henny terug aan boord gekomen en heeft Quincy mee kunnen rijden. Die heeft de vorige keer geen geluk gehad en niet zoveel kunnen zien. En eigenlijk deze reis misschien ook net het mooist gemist. Zeker als je het vergelijkt met wat hij zou hebben kunnen zien als we de Maas af hadden gekund. Het is nu eenmaal zo. Het heeft hem nieuwsgierig genoeg gemaakt om nog eens aan boord te komen kijken als we in Frankrijk zijn. Vanmorgen de laatste 2 spitsensluizen tot het canal du Nord. Daar kun je al met twee spitsen tegelijk schutten, maar die zijn er op het moment niet. Dus schutten we alleen. Wel zo makkelijk. Dan maken we niet vast en drijven er zo doorheen. Het gaat verder voorspoedig totdat we aan Peronne gesommeerd worden om vast te maken. Beneden de sluis is de vaart gestremd, omdat een aantal duikers naar een lichaam aan het zoeken zijn.
|
Dinsdag 5 | En vanmorgen is er geen sluiswachter. Nu vraag je je even af of ze misschien naar de sluiswachter aan het zoeken zijn geweest. Dat is niet het geval natuurlijk, maar het is hier toch wel een beetje gevaarlijk. Na wat bellen blijkt de sluiswachter van dienst naar de spoedeisende hulp te zijn gegaan vanmorgen. Een uur later is er een vervanger gevonden om de schepen te schutten. Inmiddels is de buurman ook toegekomen en schutten we verder samen. We laten Quincy zien hoe de touwen moeten komen voor de sluizen op het canal du Nord. Toch een beetje speciaal hier. We blijven samen met de buren het loopt lekker, want voor ons uit zit er voorlopig niets meer.
|
Woensdag 6 | Ik stap vanmorgen naar buiten en hoor het nogal vreemd knetteren. Eerst kon ik het geluid niet thuisbrengen, maar na een tijdje valt mijn kwartje en zie dat het de hoogspanningskabels zijn die hier boven je hoofd hangen. Met dit regenachtige weer hoor je ze goed. Quincy vaart zowat de hele dag. Ook de sluizen in en uit. Het gaat hem ogenschijnlijk makkelijk af. Hij zegt dat ie het nog wel spannend vindt. Hij wil zien waar nu precies de grens is tussen Frankrijk en België. We varen via het Belgische canal du Centre. Zo kan Quincy de fameuse scheepsliften ook eens zien. Als het donker in valt krijg ik het stuur over en gaat Quincy de machine kamer in. 's avonds blijk het fundament van de motor, wat platen en de kachel geschilderd. Niet te stoppen die jongen.
|
Donderdag 7 | Het is net licht als we langs de oude scheepslift varen. Net om de bocht komt de nieuwe van Strepy in zicht. Het torent hoog boven ons uit. Een bak staat beneden en kunnen zo invaren. Quincy haalt zijn camera te voorschijn en schiet maar liefst twee foto's. Hij lijkt nog het meest onder de indruk van het bordje "pas op, onthoofdingsgevaar". Maar als ik er speciaal naar vraag blijkt dat het toch wel een indrukwekkend gezicht is zo van bovenaf. En dat het nog best snel gaat als het gevaarte éénmaal in beweging is. Gevaarlijke jongens Walen. Zo kwamen we gisteren nog langs de missile. En zitten we nu tussen een torpedo en een deschieter.
|
Vrijdag 8 | En dat dat vrij letterlijk genomen moet worden dringt pas vandaag tot ons door. Op de Sambre komen we een te groot schip voor hier tegen die, zoals het op het eerste gezicht leek, een paar modder spetter's op de boeg heeft zitten, maar de stuurhut en roef zitten er ook onder. En hier wordt duidelijk dat het geen modder is, maar teer. Zoiets valt niet per ongeluk van de brug. Quincy is hier wel zichtbaar van onder de indruk. Zo stond er vorige reis al op een brug geschreven. "Stop het Nederlandse schip". Daar zit natuurlijk een verhaal achter. Later op de dag vallen de puzzel stukjes samen. Ik zal het maar zo samenvatten dat het crisis is en iedereen voor zijn boterham aan het vechten is, sommige letterlijk.
|
Zaterdag 9 | Het ziet er raar uit als de buurman van het stil water beneden sluis Linne op stroom komt. Hij krijgt meteen gang, maar dan wel zijwaarts. De motor wordt zichtbaar op zijn staart getrapt. De stortstenen langs de oever. Komen hard dichterbij, maar dan krijgt het schip ook snelheid door het water en ziet het er weer gewoon uit. Voor de zekerheid varen wij goed hoog uit. Het stroomt wel hard. Op aanraden van de buurman draaien we boven de brug van Roermond even op. Voor het rond gaan haal ik alle snelheid door het water er uit en nog gaan we met dik 8 km/h rond. Rest enkel nog de haven in varen en de reis zit er weer op. Het omvaren heeft wel nut gehad, want de Franse Maas is nog altijd dicht vanwege hoog water en hadden we anders nu dus al een week in Pont a Bar gelegen.
|
Zondag 10 | Het is carnaval. We zijn in Limburg dus wij gaan de stad in op zoek naar een optocht met wagens en verklede malloten, maar de stad is vrijwel uitgestorven. De kermis is ook nog in diepe rust. Misschien zijn we nog te vroeg. We vragen het aan een mevrouw die er nuchter uit ziet. Ze verteld dat de optocht in Roermond pas morgen is. En dat er misschien nog wel een kleintje is in Neer, hier net zo ver vandaan. We besluiten het er op te wagen en lopen (dus zonder wagen) door naar Neer. En daar zien we inderdaad voorbereidingen voor een optocht. We moeten nog even wachten, maar dan loopt het dorp uit. De stoep staat vol mensen. Als de eerste wagen langs komt krijgt T iets op haar hoofd. Het blijkt een snoepje te zijn. Er volgen er spoedig meer. De kinderen zijn meteen ongeduldig voor de volgende. Ondanks dat er maar drie wagens volgen hebben ze nog aardig wat snoepjes verzameld.
|
Maandag 11 | Niet lossen vandaag, en morgen ook niet. Twee dagen verplicht carnaval. Moeilijk voor te stellen, maar hier lijkt alles plat te liggen. Ook mijn accu's zijn plat en vervanging kan niet langer op zich laten wachten. De grote startbakken gaan met de autokraan er uit. De tractie cellen zijn wat hanteerbaarder en sjouwen we één voor één naar buiten. De nieuwe cellen zijn iets groter van capaciteit en dus ook wat zwaarder. Ben blij dat dit voor mij geen dagelijks werk is.
|
Dinsdag 12 | Nieuwe deksels knutselen voor over de accu's. Mocht er iets op vallen wil je natuurlijk niet meteen vuurwerk hebben. De buurman heeft een cirkelzaag die ik mag gebruiken. Dat geeft wel strakke zaagsnede's. Vanavond beloon ik mezelf met een avondje stevige gitaar muziek, Tremonti speelt in 013.
|
Woensdag 13 | Nou, de carnaval is voorbij en gevoel voor humor is ook meteen weg. Men is ietwat gehaast, omdat er nu zoveel schepen liggen. Niet zo vreemd als je eerste helft van de week niet werkt. Bij ons gaat het lossen goed, maar bij de buren trekt de kraan per ongeluk een gebint krom. Dat is balen. Nu kunnen ze meteen naar de werf om het te laten repareren. Wat wij doen is nog onbekend. Om te beginnen het ruim schoonmaken.
|
Donderdag 14 | Ik Frankrijk is behoorlijk werk, maar de Maas is nog altijd niet terug open. We gaan alvast een stukje die kant op. Onderweg vallen we precies samen met de Picaro. Die gaan weer een reisje Zuid-Frankrijk doen. Wel gezellig, dus blijven we vanavond maar liggen op hun laadplaats.
|
Vrijdag 15 | We staan wat vroeg op, om morgen ochtend het tij in Antwerpen te kunnen nemen, want gisteren zijn we nog aan de reis gekomen, we gaan leeg naar Chauny. Bij post Borgharen meld ik me dat we opvarig aan de keersluis Limmel zijn en dat we zo aan Bosche veld willen schutten. Daar aangekomen zie ik de deur aan de beneden kant open staan. Echter geen schepen. Nog maar even nagevraagd. "O sorry schipper, zet hem meteen leeg om". Op het Albert kanaal is het extreem rustig. Zelfs zo rustig dat we in de lange panden maar 1 of 2 schepen tegen komen. Daarom treffen we het bij de sluizen goed en zijn we behoorlijk vroeger in Antwerpen als gedacht. Bij aankomst staat de Royersluis ook nog eens klaar, maar er moet eerst nog gebunkerd worden. Als dat gedaan is staat de sluis nog steeds open. In dat geval schutten we ook nog maar even naar buiten.
|
Zaterdag 16 | Daarom loopt de wekker nu wat later af. Wat vervelend is als je leeg vaart is dat er hier op de zeeschelde altijd drijfhout aanwezig is. Een paar keer maakt de schroef een behoorlijke klap. En sindsdien hebben we bij een bepaald toerental een schud stand. Waarschijnlijk een blad van de schroef net iets te veel krom. Nog maar een half uurtje boven Merelbeke een extra bericht aan de schipperij. Sluis Oudenaarde is tot nader bericht gestremd. Nee, daar heb je wat aan, zo kun je toch geen enkele inschatting maken hoe lang het ongeveer gaat duren. En of het dus nu nog lonend is om rond te gaan en via de Leie te varen. Een belletje naar de sluis helpt niet veel. De man is kort af en hangt snel op. Een 2e keer bellen en expliciet vragen wat er dan aan de hand is. En of het een kwestie van uren of dagen is. Nu krijg ik wel antwoord en gokken er op dat het niet zo lang gaat duren. Dat klopt ook, nog voordat we daar zijn is de vaart alweer hervat. Al die heisa voor niets.
|
Zondag 17 | En nu dit weer, koper dieven hebben gisternacht kabels van sluis Bruay gejat. Misschien aanleiding voor VNF om het automatiseer beleid van de handsluizen eens te herzien? Na gisteren de hele dag noodreparatie's te hebben uitgevoerd, kan er vandaag weer geschut worden. Er liggen twaalf schuttingen. De eerste paar zijn ouderwets goed gevuld met spitsen. Wij kunnen met de 4e ronde mee. In tussen tijd maken wij alles klaar voor St. Quentin.
|
Maandag 18 | Heb nog wel even getwijfeld om via het canal du Nord naar Chauny te varen, maar het is daar nu vanwege de stremming van gisteren erg druk. En dan is het leeg wel heel erg vervelend varen als je achter 4 diepe pousseurs en 3 nog diepere canal du Nords zit. Dan liever via St Quentin. Dat is tenslotte ook korter, wel meer sluizen en een dure tunnel, maar kun je tenminste in je eigen tempo varen. Althans, meestal. Nu zit ik al snel achter een geballaste lege buurman. Zo erg is dat niet de middag rame halen we makkelijk. Met twee schepen achter de toueur gaan we ondergronds voor een paar uur. Als we aan de andere kant zijn is het alweer bijna donker en koelt het hard af onder de heldere hemel. Morgen maar een laagje meer aantrekken.
|
Dinsdag 19 | Een paar graadjes vorst maken de touwen en je vingers stijf. Om de bolders moet nu het touw een slag extra geslagen worden. De buurman moet in Omissy laden, waar het berucht lage bruggetje over de haven is weggehaald. Het verse stokbroodje smaakt heerlijk en het zonnetje voelt heerlijk, ook al geeft ze nog niet veel warmte 's ochtends. Na de middag is het dankzij de warme kleren goed toeven buiten. De kinderen komen af en toe even boven kijken. Het pandje naar Tergnier gaan ze lopen. Al valt het wel een beetje tegen dat we leeg flink harder varen als geladen en dat is lopend eigenlijk niet bij te benen.
|
Woensdag 20 | In Chauny hebben we nog nooit geladen. Wel al eens gelost. Toen had het beter uit gekomen om hier te laden, maar zo gaat dat nu eenmaal. De pijp is niet zo lang en daarom moeten we regelmatig een stukje opschuiven. Omdat het niet zo hard gaat is er de tijd om onder de stuurhut wat extra lading te scheppen. D wil graag mee helpen, maar in de koolzaad spelen is eigenlijk veel leuker. En hoe leuk zou het zijn om de houten westropa of het lego schip er mee te laden. Dus gaat er een potje mee naar binnen. En dat nog afgezien van wat in sokken, zoompjes en broekzakken, tot ergernis van Henny, mee naar binnen gaat.
|
Donderdag 21 | De terugweg wel via canal du Nord, omdat we dan precies samen vallen met buren die terug komen van het zuiden. Nou ja precies. Doordat het laden toch iets langer duurde als gehoopt hebben ze wel een paar uur op ons gewacht. Maar dat viel dan wel precies samen met buren die onderweg zijn naar het zuiden. Aangezien wij ze onlangs nog gezien hebben vertrekken beide als wij in aantocht zijn.
|
Vrijdag 22 | Het loopt lekker, bijna alle sluizen gaan we zo in. Terwijl het in andere richting juist vrij druk is. De buren hebben momenteel een stagiaire aan boord. Ze is in Avignon aan boord gekomen en zal het canal du Nord wel niet zo indrukwekkend meer vinden. Net op tijd aan de grens, zodat de buren vandaag nog met een hoog nodige nieuwe voorraad brandstof kunnen worden voorzien. Niet veel daarna houden wij het voor vandaag ook voor gezien.
|
Zaterdag 23 | We overleggen wanneer de beste tijd is om te vertrekken vanaf Merelbeke in verband met het tij naar Antwerpen. Voor het een zijn we wat te laat en voor het ander te vroeg. Aangezien we eigenlijk de tijd hebben, omdat de buren morgen niet kunnen varen en wij in Antwerpen op plaats van bestemming zijn besluiten we om de Zeeschelde deze keer in 2 etappes te doen. In Dendermonde vinden we het wel mooi geweest, maar hier is het wel wat lastig vastmaken vergeleken met de drijfsteiger van Baasrode. Zo voorstroom zijn we daar niet veel later. Dan toch nog maar even door.
|
Zondag 24 | De laatste etappe voor ons. De buren wachten in Steendorp op de vloed om zo via Rupel en Nete naar Duffel te varen. Waar ze nog net voor 13 naar binnen moeten kunnen schutten op zaterdagmiddag. Een uurtje voor aankomst aan de Royersluis bel ik nar de sluis om ons op te geven. De mevrouw zegt; We staan nu open aan de binnenzijde dus dat gaat wel goed uitkomen. In dat geval blijven we met zelfde vaartje doorkomen. Bij aankomst staat de sluis nog steeds aan de binnenzijde open. In dat geval maken we vast op de palen en gaan we met zijn alleen aan tafel ontbijten. Als de sluis eenmaal buitenkant uitvaart komen er 3 schepen uit. In de haven zoeken we een plekje. Waarschijnlijk dinsdag lossen.
|
Maandag 25 | Ik zou de olie en filter van de aggregaat even vervangen, maar ik grijp naast. De filters zijn op, dacht dat er nog waren. Dan maar even de wal op om andere te halen. Dat moet in Antwerpen wel lukken. Henny gaat mee en we blijven bijna de hele dag weg. We hebben wel iets meer als alleen filters ingeslagen.
|
Dinsdag 26 | Of we rond elf uur op de losplek konden zijn. Een half uurtje vroeger komen we aan en kunnen meteen beginnen. Het lossen gaat erg snel hier. De grijper is dan ook groot. Onderwijl een babbeltje met de dokwerkers. Na leegkomst even de papieren halen op kantoor en we vertrekken richting de Volkerak, waar een collega ligt die onlangs grondig verbouwd heeft. Dat willen we natuurlijk wel even zien en gaan langszij.
|
Woensdag 27 | Blijkt dat ze vanmorgen een stukje gaan varen om het een en ander wat beter af te stellen. Of ik ook mee wil varen. Nou, dat hoeft hij geen twee keer te vragen. Al is Henny het er niet zo mee eens, want die zit op hete kolen en wil naar de thuishaven varen. Met de belofte dat dat vandaag echt nog wel goed komt krijg ik een voorzichtig knikje als toestemming. We blijven een paar uur weg en doen onderweg verschillende testen.
|
Donderdag 28 | Gisteravond te laat om nog naar binnen te schutten op dorp. Dus dat doen we nu even. D ziet ons vanaf het schoolplein in de sluis liggen en zwaait uitbundig. Wel 4 spitsen in Vreeswijk!. Dat is vast al even geleden. Ik spoel de laatste koolzaadjes van het schip en maak het ruim in orde voor een volgende lading, wat dat dan weer zijn moge. Met de auto rijden we naar Henny haar ouders om een fotoboek van de vakantie in Noorwegen te brengen.
|