|
Woensdag 2 | Met Laska een stukje lopen voordat de sluis in gang schiet. We lopen over het terrein van een oude houtzagerij. Bomen, planken en er staan nog verschillende zaagmachines. Er hangt een beetje een mysterieuze sfeer. De geur van vers gezaagd hout is jammer genoeg wel verdwenen, net als het personeel. Zo droom ik een beetje weg in vroeger tijden. Je zou bijna de tijd vergeten. En ik heb de tijd vandaag wel nodig om hiervandaan de rame van 1500 uur te halen, Omdat ik maar liefst één schip tegenkom en geen sluizen en panne, lukt dat royaal. Inclusief een bezoekje aan de bakker in Lesdin. Op de wachtplaats liggen al drie spitsen achter de rame, ik geef een touw aan de voorbuurman. En als de reisgegevens aan de toueur medewerkers zijn gegeven, vertrekt de trein voor twee uur onder de grond. In de tunnel zijn hele stukken niet verstevigd met een bakstenen boog. Het kalksteen achtige plafond heeft willekeurige welvingen waar af en toe ook water doorheen komt.
|
Donderdag 3 | Oei, in een scherpe bocht bij Vaucelles liggen bakjes waarmee men aan de oevers werkzaamheden kan uitvoeren. Alleen als je er langs vaart is er nooit iemand aan het werk. Het viel nog niet mee om er langs te varen. Gelukkig brandde er op één van de bakjes een lampje zodat ik iets zag liggen, Want het is hier aarde donker. De sluiswachter in Crévecoeur vraagt of we in Iwuy de kleine sluis nodig hebben, omdat die dieper zou zijn als de geautomatiseerde sluis. Ik antwoord dat dat niet nodig is. Maar daar heb ik eigenlijk al snel spijt van, omdat de brede sluis een officiële diepgang beperking van 2 meter heeft. En we liggen iets dieper. Je kan ook wel via de brede als je dieper ligt, terwijl de kleine langzaam ondieper wordt omdat de meeste via de andere sluis gaan.
|
Vrijdag 4 | Een buurman moppert tegen mij Eens in de drie maanden komen wij over Zeeland en precies op dat moment waai je uit je vel. En inderdaad het waait al stevig en de berichten daar over voorspellen nog meer. Dat vraagt ook voor ons weer een aanpassing van geplande route. Om nu wéér over de Zeeschelde te varen heb ik niet veel zin in. Dus besluit om dan deze keer via de lift van Strepy-Thieu en de Sambre te varen. Als het een beetje mee zit kunnen we morgen avond dan op de Maas zijn. Maar ja, het begint al niet best. Bij de lift van Strepy Thieu moeten we vastmaken. De liften kunnen niet bediend worden omdat het water hier aan de beneden kant minstens een halve meter te laag staat. Dan zijn de contra gewichten zwaarder als de bak. Ik weet niet precies hoe het systeem wordt aangedreven, maar als er niet een soort rem op zit zou dat inderdaad wel gevaarlijk zijn. Het viel me bij het uitvaren van de laatste sluis al wel op dat het heel laag water was. Ik vraag of dat vaker voorkomt. Nee, nog nooit eerder gebeurd Domme pech dus. Want ook de rest van de dag, komt het water niet op. Er schijnt een probleem met het pomphuis te zijn.
|
Zaterdag 5 | Het is niet veel, maar er is vanmorgen iets meer water. Blijkbaar genoeg om de liften weer in bedrijf te stellen. Want we worden opgeroepen om ons klaar te maken. In de bak krijg ik een bewijs dat we door een te kortkoming van het waalse gewest vertraging hebben opgelopen. In afvaart liggen meer schepen te wachten. Beneden de lift zullen ze weer vast moeten maken, want de eerste sluis Havré mag niet worden gebruikt, omdat het waterpeil dan weer te snel zal zakken, blijkbaar is het probleem in het pomphuis nog niet opgelost. Ik waarschuw de buurman die ik tegenkom dat hij wel rustig aan kan doen. En leg uit wat het probleem is. Waarop de buurman antwoordt; O nee hè niet alweer!
|
Zondag 6 | Het ging gisteren zo lekker dat we toch nog op het nippertje in Namur zijn gekomen. Op ééntje na iedere sluis klaar gehad. Dat was wel heel uitzonderlijk. Dat betekend dat we vandaag ook kunnen varen op de Maas. Het water kleurt heel anders dan vorige reis. Bij de sluis van Andenne ligt een enorme hoop met drijfhout dat uit het water is gehaald. Bomen, stronken en takken, Dat is mooie bio brandstof, zo vang je twee vliegen in één klap.
|
Maandag 7 | In Maasbracht zien we bekenden liggen en gaan een uurtje langszij voor een bakkie. En om de verbouwde woning te bekijken. T is vooral gecharmeerd van het toilet. We vertrekken tegelijk, alleen gaan de buren hier het kanaal in. En wij de Maas verder af waar we overal weer braaf moeten schutten.
|
Dinsdag 8 | Ik had al gedacht dat het deze keer wat drukker zou zijn in Spyck, want van de 400 schepen die in de afvaart lagen te wachten tot de stremming in het gebergte vanwege de gekapseisde Waldhof zijn er vast wel een paar die in Spyck moeten lossen. En de afvaart wordt sinds een paar dagen gedoseerd afgelaten. Ik krijg dan ook te horen dat we in Weurt of de haven van Lobith ons beurt kunnen afwachten. Het ziet er overal wel heel anders uit dan drie weken geleden. De waterstand is inmiddels zes meter lager.
|
Woensdag 9 | Voordat we s' middags naar de losplek varen schieten we eerst even aan bij de supermarkt. Die zit hier gewoon op een bunkerschip. Er varen hier dan ook zo ontzettend veel schepen langs. En de bewoners van het dorp komen hier ook voor hun boodschappen. Ik ken geen andere plaats met een drijvende supermarkt. Maar eigenlijk lig je er met je spits al snel in de weg, want er komen ook grote schepen bunkeren. En die vragen ongeduldig wanneer je klaar bent. Met die grote schepen is het geen doen om bij een spits langszij te gaan liggen. Daarom houden ze het schip even drijvende tot we er tussenuit zijn. Alleen geduldig wachten is voor een doorgewinterde Rijnschipper wel héél erg moeilijk.
|
Donderdag 10 | Grappig, toen we gisteravond langszij een oude schoolkameraad vast maakten lagen er voor en er achter verschillende schepen ten anker. Als wij beginnen om half negen liggen we er nog als enige. Beide geen haast. En we moeten ook beide een andere kant op deze keer. Al weten wij nog niet waar we heen kunnen om de volgende reis te halen, gaan we alvast maar een stukje af, want boven is er voor ons deze ronde niets te halen. Dat wil zeggen alleen lange reizen en deze keer zoeken we een niet te lange reis, omdat dat niet meer past voor we op vakantie gaan
|
Vrijdag 11 | Als er dan toch geen kort werk op de markt te vinden is kunnen we nu mooi wat zaken regelen die al een poosje op de plank liggen en varen we naar de thuishaven.
|
Zaterdag 12 | En bijvoorbeeld op kraamvisite gaan. De enige die daar niet zo blij mee is is laska. Zij moet op de auto passen. Als wij terug bij de auto komen zijn wij ook niet zo blij. Dat honden monster heeft de halve kofferbak kaal gevreten, inclusief bedrading van alle lampjes in het rechter achterlicht en het slangetje van de ruitenwisser vloeistof.
|
Zondag 13 | We liggen nu zo dicht bij school dat er vanavond niet met de auto gereden hoeft te worden. Kunnen wij ook eens net als de andere 4 miljoen kijkers naar boer zoekt vrouw kijken, toch lijkt mij dat een versie van Schipper zoekt vrouw ook best aan zou slaan.
|
Maandag 14 | t/m/27 februari. Een weekje thuis liggen en wie denk dat je dan rust hebt vergist zich lelijk. En een weekje wintersport. Daar rust je ook niet echt van uit, maar het is geestelijk wel ontspannend. Het is vast overbodig te melden dat we ons enorm vermaakt hebben in de Italiaanse Dolomieten.
|
Maandag 28 | Oei, voor is de vakantie nu echt over, want we moeten vroeg uit de veren om naar IJmuiden te varen. Daar moeten we dan rollen staal laden voor de Franse auto industrie. Men zegt wel eens dat je na de vakantie bij de baas kunt uitrusten. Dat moeten we als eigen baas dus bij ons zelf doen. Maar varen is een rustgevende bezigheid en bovendien vergt het rechte Amsterdam-rijn kanaal ook niet het uiterste van je stuurmanskunst. Het laden van die rollen is wel een secuur werkje. Zeker niet rustgevend. Vooral niet wanneer het stuwadoors personeel nogal stroef is. Waarschijnlijk vinden zij dat de schipper nogal stroef doet, maar het is nu eenmaal zo dat de schipper bepaald hoe dat het schip beladen moet worden. En ik moet met de lading en mijn gezin wel een hele week varen met die lading en die mannen in het ruim zeggen als het schip geladen is tot kijk schipper en weg zijn ze. Dus voordat we de haven uitvaren loop ik er zelf altijd met de hamer langs alle keggen. En nooit is dat voor niets, want ik kan er iedere keer wel een paar aanslaan.
|