"januari 2011"
 December
2010
 
Februari
2011
Zaterdag 1
Iedereen een gezond en zorgeloos 2011 toegewenst.

Reactie van
walter
hallo luitjes alles ok een gezond en behoudenvaart in dit nieuwe jaar toegewenst een spitsen fan mischien wel wat laat beter laat dan nooit.

Zondag 2
Het is spijtig maar voor de kinderen is het alweer de laatste dag van de kerstvakantie. Dus doen we nog wat leuke dingetjes met ze. Helaas schiet een wandeling er bij in omdat het klusje wat ik vandaag zou doen toch meer tijd vergt dan voorzien. En we rijden wat vroeger weg zodat we nog langs pake en beppe kunnen. Op de terugweg rijden we langs Roeland. Die komt deze week weer bij ons vaardagen sparen.

Zondag 2
Ik vaar weer een weekje mee. Janarie en Henny hebben mij opgehaald, op de terugweg van het internaat naar Oudenaarde, waar de Westropa Oud en Nieuw heeft doorgebracht. Om 23.30 uur bij het schip, uitgeladen en de auto achterop gezet. Het schip ligt aan de walstroom dus voorin is het gezellig warm door de elektrische kachel. Een dubbeldik dekbed houdt me heerlijk warm. Ik kon de eerste slaap niet meteen vatten. En zoals Janarie al voorspelde, gingen de eerste schepen om 0:00 uur beginnen met varen nadat de sluizen weer open gingen na het weekend. Het eerste schip leek wel naar binnen te varen, zo was ik weer helemaal klaar wakker. Gelukkig voer hij door. Naderhand viel ik toch in slaap.

Maandag 3
Op tijd wakker en rond zeven uur met Janarie naar beneden om de motor te starten. Olie kontrole, smeerpunten smeren, tornen en starten maar. Naar boven, radar aan en losmaken, op het gemak tuffen we in het donker weg, de Schelde verder op, richting Frankrijk. Na een kop koffie laat Janarie mij achter het pookje plaats nemen. Langzaam wordt het wat lichter buiten maar een grijze bewolking blijft wel verder de hele dag hangen. Bij de eerste sluis staan de bolders op de kant wat meer naar achteren en het lukt Janarie niet meteen om een touwtje vast te maken. Door mijn manoeuvreren liggen we even later keurig (?!) midden in de sluis. We worden ondertussen opgeschut en Janarie geeft daarom verdere pogingen om vast te maken op. Het ontbijt komt ondertussen naar boven. In Tournai zie ik opeens waarom de Pont des Trous altijd vanaf de andere kant wordt gefotografeerd. Een wat minder mooie verkeersbrug verstoord vanaf deze kant het zicht op de antieke brug. Bij de volgende sluis maak ik gebruik van de boegschroef en leg het schip keurig langs de muur. Bij verschillende sluizen horen ze natuurlijk dat ik geen Waal ben en krijg ik meestal een Frans en Nederlands antwoord. Janarie wil diesel en water bunkeren en vraagt mij om het schip langzij de bunkerboot te leggen. Voor de veiligheid maak ik weer gebruik van de boegschroef. Het schip schuift wel onbedoeld wat vreemd opzij naar de bunkerboot toe, ik moet weer afsturen. Naderhand schimpt Janarie wat dat ik stroomopwaarts gebruik maak van de boegschroef om aan te leggen. Tijdens het vullen van de watertank wordt mij opeens duidelijk dat door de tegenstroom het schip ook naar opzij werd weggezet, natuurlijk! Goed, weer iets geleerd! We gaan verder. Langs Peronne, waar ik vorige keer met Marijke op de Imeros opgestapt ben. De grens over langs het voormalige douaneterrein. Henny komt vragen wanneer we vast gaan maken ivm de planning van het warm eten. We besluiten eerder te stoppen, morgen nog tijd genoeg. Janarie legt het schip tussen twee andere schepen en we maken vast voor vandaag. Voor ik 's avonds naar het vooronder ga, wil ik nog even de benen strekken. In het donker beklim ik de vertikale ladder die tegen het damwand profiel is aangebracht. Boven op de muur is geen houvast meer en ik trek me op, over de rand, aan twee stalen bouten. Als ik nu achterover naar beneden kukel op dat stalen schip met die bolders en zo, dan is het wel mooi klaar. Ik klim op de betonnen balk op de damwandprofielen en zet een voet vooruit. Ik sta meteen in een soort blubber en ik blijf even staan om in het donker het terrein in me op te nemen. Het lijkt wel een depot van baggerblubber. Ik kom hier niet verder zonder mezelf en het schip later flink vies te maken. Ik sta me af te vragen of ik dezelfde weg terug zal nemen als de schijnwerper aan gaat, op mij wordt gericht en ik door de luidspreker op het voordek de stem van Janarie hoor die mij fijntjes meedeelt dat je daar niet kunt lopen zonder vieze voeten te halen. En het is schone schoenen of dek boenen. Ja, gek he, daar was ik ook al achter! Voorzichtig laat ik me weer achterwaarts over de rand zakken, hangend met mijn vingertoppen aan de twee bouten en met mijn voet tastend naar de eerste sport, jeetje, echt niet voor herhaling vatbaar. Ongeschonden raak ik in mijn bed.

Dinsdag 4
Om half zeven hoor ik de motor starten en ik vergewis me ervan dat het daadwerkelijk onze motor is en niet die van de buurman of zo. Ik hoor Janarie al losgooien. Als ik boven kom is de sluis al open: ”ja, ik had je nog niet verteld dat hier de sluizen open gaan om 6.30 uur”. Geen punt, ik maak vast in de sluis en na de sluis is er al koffie, lekker! Het is nog donker, we varen weer met de radar. Na een tweede sluis mag ik weer varen. Janarie heeft in de sluis de radar uitgezet en we oefenen dus met in donker varen. Met de verrekijker kom je nog een heel eind en langzaam wennen ook je ogen goed aan het donker, zolang je zoveel mogelijk licht(-jes) uitlaat. Langzaam wordt het lichter, het is een beetje bewolkt, de zon zit er achter. Om 8.55 uur kunnen we de beloofde gedeeltelijke zonsverduistering jammer genoeg niet zien. De eerste Franse sluis is Fresnes sur Escaut, aan stuurboord net achter een brug, je ziet de sluis pas laat. Het invaren gaat steeds beter, vooral niet te snel en op het gemak tegen de wand laten plakken. We komen door Valenciennes. Het melden in het Frans bij de sluizen gaat me redelijk af maar zo gauw er hele Franse volzinnen terugkomen kijk ik Janarie vragend weer aan. We draaien bij Arleux het Canal de Sensee op, daarna het eerste deel van het Canal du Nord. Op advies van Henny meld ik me op de kruising en ja hoor, er komt antwoord terug! Dus er komt een schip uit het Canal du Nord. Weet je nu waar dat schip is en waar dat heen gaat, vraagt Janarie. Geen idee, ik vind het al mooi dat ik me gemeld heb en dat ik weet dat er een schip uitkomt. Maar dat zou inderdaad handig zijn om te weten. Tegelijkertijd zien we het schip ruim voor de kop voorbij varen en heeft het probleem zichzelf weer opgelost. Sluis nummer 1 vraagt van alles terug en eer ik er uit ben wat hij nu allemaal vroeg, vraagt de stem weer ongeduldig om antwoord. Oh, ja, natuurlijk, van Stein naar Marquion,met engrais (kunstmest), hoeveel ton Janarie en voor welk bedrijf??? Ondertussen stuif ik de voor de wal liggende schepen voorbij, dat mag wat minder hard. En helemaal terug. Zat er nu een afvarig schip in de sluis of moest dat er nog in, ik weet het echt niet meer. Ik stop tijdig af. Ik zie van deze afstand vagelijk de bovenkant van een schip of een auto in de sluis varen. De sluis komt even later naar beneden, te zien aan het witte uitstromende water. Het sein staat op rood/groen. Dat betekend dat ik er zo in kan. Ik wacht geduldig ruim voor de sluis op het uitvarende schip. Als de deur naar boven gaat blijkt de sluis leeg te zijn, nou ja, nu lig ik wel erg ver voor de sluis, gas erop. Rustig vaar ik de smalle sluis in. In Marquion is het blijkbaar erg druk, er liggen schepen voor de loswallen aan beide zijden van het kanaal en verschillende liggen daar weer achter. Dichterbij gekomen is er nog net ruimte achter een spits die geladen wordt. Dan kan de auto mooi op de kant. Janarie trekt het schip tegen de kant en ik loop naar buiten om vast te maken. De schipper van het schip dat geladen wordt komt driftig aan gelopen en roept en gebaart van alles. Na een tijdje begrijp ik van hem dat hij zo vol is en dan naar achteren wil, waar wij nu gaan liggen en dan kan hij die andere spits laden en dan weer zijn pousseur samenstellen. Wat een driftig mannetje, ik wijs op Janarie in de stuurhut, dat is de ”Patron”. Hij loopt weer weg. Janarie blijft er gelukkig wat stoïcijns onder, eerst maar de auto aan de kant. Om verder gedoe te voorkomen schuiven we daarna door, langszij bij een andere Nederlandse spits, die ook morgen gelost moet worden. De kade heeft geen vaste ladder dus we maken gebruik van het vriendelijke aanbod van de buurman om via zijn aluminium ladder naar boven te klimmen. We rijden naar Douai om mijn vaardagen van dit jaar te laten aftekenen. Na een warme calorie-arme doch lekkere maaltijd heb ik me op aanwijzingen van Janarie verdiept in getijdetabellen en de hydrografische kaart van de Westerschelde.

Woensdag 5
Een relatief rustige dag na een koude nacht. De buurman wordt inderdaad als eerste gelost. Om 8.00 uur staat er een overslagkraan klaar met 5 grote vrachtwagens. Na de eerste hap staat de kraan weer stil, de bak morst te veel kunstmestkorrels tijdens het overdraaien. Na telefonisch overleg met de achterwacht wordt er verder gewerkt, de vrachtwagens worden dicht tegen de kade opgesteld. Als de vrachtwagens weg zijn, ligt het werk weer even stil. De kunstmest moet zeker een eind weg gebracht worden. De buurman vaart alleen, hij heeft deze reis zijn twee jonge kinderen meegenomen. Tijdens het laden komt zijn schip langzaam omhoog, eerst achter. Er gaat een bobcat in. De bestuurder haakt de bobcat aan de overslagkraan en gaat zelf in de bobcat zitten. Ik geloof niet dat dat in Nederland zo kan. Met het omhoog komen van buurmans schip moeten we wel steeds onze trossen vieren. Ik rijd naar Douai om de afgetekende vaarboekjes weer op te halen. Rond de middag zijn wij aan de beurt, we schuiven de luiken open en het werk begint. We doen een rondje machinekamer. Welke machines(-delen) of apparaten kan ik onderscheiden en waar dienen ze voor? Erg instructief! Voor mijn gevoel kom ik daar redelijk uit. Er is veel bedrijvigheid hier in Marquion. Voor ons ligt een pousseur graan de laden, aan de overkant trouwens ook. Verder op liggen nog verschillende schepen afgemeerd, sommige zelfs drie dik. En ondertussen varen andere schepen af en aan, onderweg naar andere bestemmingen. Een van de spitsen heeft nog een ouderwets koproer, te zien aan die lange arm aan een vertikale as. Ondertussen gaat de telefoon en meldt Janarie dat we weer aan de reis zijn. Koolzaad laden in Bellenglise, aan het Canal de St.Quentin voor Spyck, aan de Rijn, maar ja, dan sta ik al lang weer voor de klas. Ook bij ons gaat de bobcat erin en wordt er flink geveegd. Na het lossen wil Janarie het schip en ruim afspuiten. Er waait een koude wind en ik ben blij met zijn Fins vissers-doorwerkpak. De slangen zijn stug en de avond valt al weer in. Ik ben blij als ik weer aan tafel zit. Morgen afbreken omdat we terug moeten en nu te hoog zijn. Dat belooft een koude dag morgen dan.

Donderdag 6
We beginnen niet te vroeg, we hebben tijd genoeg. Janarie geeft aan dat ik kan afdraaien en achteruit kan varen tot de kleine zwaaikom een stukje terug??? Achteruit varen?? Met de boegschroef zeker? Inderdaad en het gaat me redelijk af, deze eerste keer! Ik heb gisteren een buurman daar zien draaien dus ik denk een beetje te weten waar ik naar toe moet. Achterom kijkend naar achteren en net als met een auto probeer ik de kont in de verbreding te varen. Ik kom er al snel achter dat de kont dan te vroeg lijkt in te draaien en een vreselijke hannespartij doemt op. Op advies van Henny draai ik terug en leg ik het draaipunt van het schip net voor de zwaaikom en dan om. Dat werkt beter. Opletten voor de kop en volgens Janarie staat er niet te veel water dus niet te snel! Lastig om de lengte in te schatten, komt de kop nu al tegen de kant of heb ik nog genoeg ruimte? Steek ik de roeren al in de stenen? Het lijkt mee te vallen. Ik adem weer een beetje uit als ik het schip weer op koers heb liggen en de gashendel weer omhoog kan zetten. We varen terug naar het noorden. De achterpiek is gevuld met water en de voorpiek deels. Bij de eerste bruggen moeten we kijken of we er wel onder door kunnen en dat scheelt soms niet zoveel. Naar stuurboord, het Canal de Sensee weer op en bij de 2e afslag naar het Canal de St.Quentin. Daar moet wel eerst de stuurhut eraf. Vanaf dat moment sta ik onder een zeiltje in de buitenlucht te sturen. De temperatuur is niet meer onder het vriespunt maar de wind is koud en de regen striemt soms in mijn gezicht. Ik stuur de sluizen weer in en zonder zijwind gaat dat goed. Janarie verdwijnt naar beneden. Ik vaar echt alleen. Ik sta te genieten van de elementen, heerlijk die open houtkachelluchtjes, de wind in mijn haren, de donderwolken die voorbij drijven, de golfjes op het water, niet verkeerd. Bij het invallen van de avond neemt Janarie het van me over en help ik weer met aanleggen. Ondanks mijn dikke jas en de zeilen was ik toch flink afgekoeld en dat turen in die duisternis over de boeg voor het schip gaat me niet goed af ondanks de bouwspot op de boeg. Moe maar tevreden leggen we 's avonds aan. Aan een hekwerkje en een telecommendepaal. Voor we echt inkakken zetten we vast de auto aan de wal voor Henny morgen. We genieten van de glühwein en de warme maaltijd. Het is warm beneden. Morgen rijdt Henny naar Nederland om de kinderen weer op te halen en kan ik met Janarie verder varen naar Bellenglise. Kan ik mooi met de toueur mee door de tunnel. Een onverwachts telefoontje van mijn vrouw gooit lelijk en pijnlijk roet in het eten. Mijn moeder is onverwachts overleden, dus toch mee terug met Henny morgen!

Reactie van
Rene
Wat een naar bericht voor je, mijn medeleven.

Vrijdag 7
We staan wat vroeger op om op tijd klaar te zijn. Als ik de sluis in vaar, rijden Henny en Roeland weg. Van de 2 sluiswachters die bij de eerste sluis nog aanwezig zijn vertrekt er al snel eentje. Er is een storing aan een andere sluis. Met het ijs valt het heel goed mee en de overgebleven ijsprikker kan het prima alleen af. Het dooit al een paar dagen dus het ijs is erg zacht. Alleen boven de sluis ligt er nog. Je hoort het amper door de schroef rammelen. Goed anderhalf uur later vaar ik de laatste van de zes sluizen uit. Moet nog even wachten op de toueur. Het is hier zo stil dat je het ding goed aan hoort komen. De ketting rammelt over de schijven en geeft dat karakteristieke geluid van de toueur, ik vind het een rustgevend gehoor. Het lijkt vandaag wel een stoomboot. De elektrische verwarming is stuk en nu hebben ze de hout kachel aan gedaan, maar dat rookt enorm, kan de tunnel niet meer zien. Het lijkt wel dikke mist, maar het is rook. Vind het normaal wel lekker ruiken, maar nu is de concentratie te hoog. Als ik éénmaal in detunnel ben en goed en rustig achter het ding hang ga ik lekker binnen zitten met alle ramen en deuren dicht, t'is hier nog erger dan in de Moerdijk.

Zaterdag 8
Het membraam van de brandstof opvoer pomp is al een tijdje aan het lekken. Vandaag mooi de tijd om die te vervangen. Meteen maar beide pompen gedaan. Een wandeling naar het monument hier in Bellenglise is zeer vermoeiend, want het landweggetje er naar toe ligt tussen twee hoger gelegen landbouw percelen, dus de weg is volledig gevuld geweest met sneeuw. Er ligt op sommige stukken nog een halve meter waar je minstens ook net zo diep in weg zakt. Op andere stukken ligt niets meer. Laska is bij terugkomst heel erg vies en bebloed, want ze heeft een kussentje van haar poot kapot gesneden aan iets scherps.

Zondag 9
Eigenlijk wilde ik de AIS wat aansluiten of in ieder geval wat kabels trekken. Maar voordat we allemaal eens uitslapen, gedoucht en geontbijt hebben is er eigenlijk nog maar een paar uur over voordat er weer naar internaat gereden moet worden. Dus er komt weer niets van terecht.

Maandag 10
Dan denk je dat ze vanmorgen wel gaan beginnen met laden, omdat dat zo afgesproken is. Maar de chef de silo komt vertellen dat hij van niets wist. En dus niets heeft voorbereid en vanmiddag pas kan beginnen. De controleur kan er ook niet eerder zijn. In dat geval begin ik nu maar aan de AIS kabels. Even later komt de silobaas er weer aan dat de controleur niet wil komen voor een halve dag dus morgen pas komt. Daar over flink mijn ongenoegen geuit. Dat ik dan de rame van woensdag ochtend pas nemen kan. Dan is laden in Bellenglise wel een langdurige geschiedenis. Een paar uur later komt de silobaas nog eens dat ze nu iemand anders opgetrommeld hebben en toch vanmiddag nog wat laden willen. Morgen vroeg beginnen zodat we toch de rame van morgenmiddag nog kunnen halen. 's avonds wel de kabeltjes nog af gekregen.

Dinsdag 11
Om 7 uur al begonnen met laden, Van zijn chef mag er weer niet tussen 9 en 11 geladen worden, omdat de stroom dan 7x zoveel kost als normaal. Rare toestanden hier bij dit bedrijf. Al met al nog net op tijd geladen om de middag rame te halen. Als we daar aankomen hoeven we niet eens vast te maken. Aanpikken en we vertrekken. De rook is inmiddels verdwenen. Das toch een stuk prettiger. Wat wel weer minder is, is dat nu het schip steeds naar de overkant wil waar geen geleidebalken zijn. En de kopschroef wil op zo'n moment ook niet erg. Het brandstof voorfilter zit vol. Dus die eerst vervangen en dan perst onze reuze kopschroef van maar liefst 20 PK de kop zo weer naar de andere kant.

Woensdag 12
D heeft een controle afspraak bij het ziekenhuis voor zijn oog. Het blijkt heel erg goed te gaan met zijn oog. Dat is fijn nieuws. Wat minder fijn is is bij de stromende regen om de haverklap naar buiten moeten om in de sluis vast te maken. En eigenlijk vindt ik het canal St Quentin wel prettig varen. Van het hoge water is op de kleine Schelde niet veel te merken. Pas 's avonds in Valenciennes is de stroom merkbaar.

Donderdag 13
Alweer regen, of eigenlijk nog steeds regen. En dat kan ik nu aan de Schelde ook wel zien. Beneden sluis Fresnes is de waterstand al een meter hoger als normaal. Mijn bedoeling was om nu weer eens langs de lift van Strepy en de Sambre te varen. Maar in Charleroi is de Sambre gestremd voor afvaart i.v.m. HoogWater. Een buurman wilde langs Brussel varen, maar in Molenbeek zijn er kelders vol gelopen en is de vaart gestremd. In Tournai worden we vast gehouden, omdat er aan sluis Kain geen plaats is om te wachten. Ondertussen stijgt het debiet van de Schelde in een paar uur tijd naar boven 100 m3/s En mogen de grote schepen niet meer af. Vanaf 150m3/s niemand meer. Na een paar uur worden we weer losgelaten. En dan gaat het snel. Heel snel. Zodat we 's avonds nog in Merelbeke zijn.

Vrijdag 14
Het is een uurtje voor laag water als ik vertrek uit Merelbeke, echter daar is niets van te zien. Het verschil tussen hoog en laagwater was hier gister avond ook maar 40 centimeter. Sterker nog ik heb niet eens tegenstroom gehad onderweg naar Antwerpen. En dat is toch best indrukwekkend.

Zaterdag 15
Nu kunnen we nog via de Volkerak en daarna de Lek op de Maas opvaren. Maar met deze waterstanden kijk ik daar niet naar uit. Alle stuwen liggen er uit. Dan blijft er nog een optie over om via het Albert kanaal naar Maastricht te varen en dan de Maas af. Dat lijkt me ondanks het Albert kanaal toch prettiger. En 's avonds worden we met grof geweld door Maastricht gespoeld. En dan moeten we in Lommel nog schutten wat voor ons de aller eerste keer is.

Reactie van
KVM
Euh….Ik wil niet betweterig doen, maar moet Lommel niet Limmel zijn ??
Anders zijn jullie toch echt wel flink door het weiland gevaren…;-) Of doen jullie rare omwegen…

Reactie van
Janarie
Je hebt zoals gewoonlijk weer gelijk Kurt. Het was Limmel. Lommel zijn we al vaak geschut, maar deze reis niet. Limmel of Lommel is trouwens maar 1 letter verschil en die zitten ook nog naast elkaar op het toetsenbord. Het was een tikfoutje.

Zondag 16
Erg rustig op zondag morgen. Als we weer op de Maas komen gaat het meteen weer heel hard. Het is erg hoog water. Sommige boerderijen zijn ingesloten door het water. Noodschotten zijn er gemaakt. Veel mensen komen naar de oevers van de Maas kijken. En ik moet even goed kijken waar we nu precies langs moeten varen bij de stuw van Belfeld. Want ook dat hebben wij nog niet eerder gedaan. En erg veel bedenktijd krijg je niet. En als je verkeerd kiest zit je voor een paar maanden in een weiland. Maar eigenlijk is het wel goed aangegeven. En de stuw van Sambeek is precies het zelfde. De sluizen volledig onderwater verdwenen, tevens ook de autosteigers. Dit tot grote vreugde van de kinderen die vanavond nog een nachtje aan boord kunnen blijven.

Reactie van
KVM
Elk nadeel….

Reactie van
fionia
chapeau,janari je vader zou trots (en bezorgd)op je gweest zijn! en ik ook,jan.

Reactie van
Janarie
Nou, bedankt. Ik ga er van blozen. Ik was ook bezorgd, alleen dan voor de dag van morgen.

Maandag 17
Maar nu, nu wordt het een ander verhaal. Eerst de kinderen weg gebracht , de bunkers vol gedaan. Bij het aan boord zetten van de auto een praatje met een buurman die ook naar boven moet. En daarbij uit ik mijn zorgen over het feit dat het nog helemaal niet zeker is of wij überhaupt wel in staat zijn om tegen de sterke stroming in te varen momenteel. De buurman wil ons wel langszij nemen. Dat aanbod sla ik niet af en gekoppeld gaan we in de opvaart. Dat zet wel zoden aan de dijk. Nu gaan we nog harder op als we met normaal water alleen zouden doen. De buren hebben ook nog een meisje aan boord dat ongeveer net zo oud is als T, die kunnen nu samen spelen. En vinden het erg jammer als we er zijn. Ik ben daarentegen behoorlijk opgelucht. In Spyck probeer ik zelf eens een stukje tegen de stroom in te varen. De teller haalt niet eens de 2km/u meer. Dus dat had alleen niets geworden vandaag. Het water komt niet meer op en is hier nu op zijn hoogste punt. Niet ver meer verwijderd van Marke 2. Als het dat bereikt is de vaart op de rijn gestremd. Om 1900 kunnen we lossen en een paar uur later zijn we er vanaf.

Dinsdag 18
Dat is nou jammer voor de volgende reis moeten we verder de rijn op, Alleen hebben we met een monteur afgesproken in de haven van Lobith. Die komt de AIS afnemen. Ik had al een paar maal tevergeefs geprobeerd om een afspraak daarvoor te maken. Dus om hem nu af te zeggen. Wanneer komt het dan weer uit?. Valt nog mee met een afspraak een dikke week geleden gemaakt. Afvarig was het een kwartiertje varen van Spyck naar Lobith. Terug zullen we er misschien wel een uur over doen. De bewuste monteur is ook met een uurtje werk weer klaar. En dat is inclusief administratieve rompslomp. Dat komt dan ongeveer overeen met een advocaten uurtarief. George Orwell had wel een vooruitziende blik. Vanaf nu kijkt big brother mee. Dankzij een buurman kunnen we die gelukkig nog wel een beetje om de tuin leiden. Dankzij andere buren kunnen we alweer een liftje krijgen een stuk de rijn op. Eigenlijk is het hartstikke gezellig varen zo. Maar dan moet niet de WSP de hele tijd naast je varen. De buren gaan een eindje verderop een grind gat in. Niet dat je die nu goed kan zien. Het is allemaal water wat je ziet momenteel. Hier en daar een bakentje waar je tussendoor moet. Eén navigatie fout en je zit met je schip van de zomer tussen de koeien.

Woensdag 19
Leuk om hier weer eens te varen. Het is alweer een paar jaar geleden denk ik zo en de laatste kilometers voorbij Lünen naar Hamm moet ik echt goed in de archieven kijken. Hoe laag waren de bruggen ook alweer en wanneer het eenrichtingsverkeer is. Er zijn een paar lage bruggen weg en het stuk alternat is flink korter geworden maar verder is er niet zoveel veranderd. Alleen zien we meer grote schepen en minder kleine. En dan bedoel ik met klein nog niet zo klein als wij. Want meestal als we in Duitsland zijn komt minstens 1 maal de vraag: So ein kleines schiff, lohnt sich dass noch?. Wat moet je daar nu op antwoorden.

Donderdag 20
We zouden gaan laden als het niet regent. Als de wekker afloopt kijk ik eens naar buiten. Het is droog, maar daar is dan ook alles mee gezegd. Het schip en de straat zijn nat, er liggen flinke plassen en overal hangen druppels aan. Omdat de lading met vrachtwagens op de straat gekiept moet worden en daarna met de kraan in het schip heb ik er niet zo veel vertrouwen in dat ze ook daadwerkelijk gaan laden en duik nog even terug in bed. Een uur of wat later gaat de telefoon. Het is de verlader. Ze vraagt hoeveel laaddagen we hebben. Één antwoord ik. Also 1 lade tag und 1 melde tag. Ja, dat klopt, met die verstande dat die meld dag gisteren was. En niet veel later komt er iemand naar het schip en roept “Es Geht los” Inmiddels is de straat wel al wat opgedroogd en blijft het verder ook droog. Een paar uur later zijn we geladen en vertrekken we. Op dit Datteln Hamm kanaal is nog een stuk één richting verkeer, omdat het nog niet is uitgebouwd. De alternat komt mooi uit en kunnen in één keer door. Een eindje verder komen we zowaar een andere spits tegen. Dat had trouwens ook heel goed op het “smalle” gedeelte gekund hoor, maar “Gesetz ist Gesetz”

Vrijdag 21
Eigenlijk had ik hier op het Wesel Datteln kanaal meer drukte verwacht, want alles van en naar het Duitse achterland moet nu hierlangs. Door hoogwater is de nooddeur tussen de Rhur en het Rhein Herne kanaal dicht. En de sluis Meiderich heeft schade aan de benedendeur. En is nog voor zeker een paar dagen gestremd. Ondanks dat is het niet zo druk en schutten overal alleen. 's Middags gaan we samen kinderen halen. Want Duitsland kent geen alleen vaart regeling voor kleine schepen.

Zaterdag 22
Zo en nu af. Dat gaat lekker zo voorstroom. Ondanks dat het water toch al ruim anderhalve meter lager is als tijdens de opvaart gaan we voor onze begrippen lekker vooruit. En dan ben je aan het eind van de dag nagenoeg zonder sluizen 183 km verder.

Zondag 23
Vandaag maken we ons niet zo druk. We beginnen niet vroeg en hebben in Hansweert voorafgaand aan het ritje internaat een bezoekje bij vrienden op de planning. Nu dachten we dat we ruim in de tijd zaten, maar de Krammersluis gooit roet in het eten. Er is maar één sluis in bedrijf. Het resulteert in een wat korter bezoekje dan voorzien.

Maandag 24
De dag begint met de auto aan boord zetten bij de autosteiger. Die steiger is met hoogwater wel wat makkelijker toegankelijk, want nu zijn de palen niet zo hoog. Dan schutten we naar de Westerschelde waar het langzaam dag begint te worden. In Terneuzen geven we snel wat ter reparatie af en gaan dan verder. De Westerschelde is ons wat betreft golfslag goed gezind geweest. Op de Waal ging het soms harder te keer. De zandbank die zich tijdens het hoogwater van afgelopen november beneden sluis Asper had gevormd is tijdens het laatste hoogwater nog een beetje verergerd. Er zijn al verschillende schepen op vast gelopen. De sluiswachters waarschuwen wel goed. Er zou vandaag een vergadering over zijn verteld een sluiswachter.

Dinsdag 25
Als ik 's avonds voor de sluis van Palluel kom wil de sluiswachter ons niet meer opschutten. Volgens mij kan het nog wel voor sluitingstijd, maar erg vind ik het niet. Het is wel mooi geweest voor vandaag. We maken vast beneden de sluis. Er komt een auto aan gereden waar verschillende spullen op het dak geladen zijn. De kofferklep staat open omdat hij niet meer dicht kan van de rommel de naar buiten steekt. Vervolgens worden er een bankstel, kast, een wasmachine of droger en nog meerdere dozen in de vuilcontainer gekieperd. Of liever gezegd ernaast. En over een tijdje zijn hier natuurlijk de afvalcontainers ook weg gehaald, want die schippers maken er altijd zo'n zooitje van.

Woensdag 26
Terwijl we opschutten in Marquion loopt henny naar de bakker voor verse stokbroodjes. Ze zitten allemaal in een papieren zakje met een getekend jongetje er op. Ik herken het jongetje meteen. Mijn gedachten gaan terug naar de tijd dat ik ongeveer zo oud was als het jongetje. Het jongetje is in al die tijd niet ouder geworden. Hij was toen vaak afgebeeld op prentjes en ansichtkaarten. Plassend tegen een hekje, aan het vissen, omarmt met zijn vriendinnetje of met een typische Frans toupetje op, meestal ook met een stokbrood in zijn arm en met de Eiffeltoren, Arc de Triomph , Sacre C½ur of de Notre Dame op de achtergrond. Ik heb veel van die ansichtkaartjes van mijn ouders ontvangen op het internaat. Hé vaar eens uit, de deuren zijn al open, hoor ik Henny zeggen.

Donderdag 27
Gisteren waren we steeds alleen in de sluizen op het Canal du Nord. Nu vertrekt er een buurman net als we langs varen. Dus vanaf nu met zijn tweeën verder. Nu moet er vast gemaakt in de sluizen. Daar hebben we bijna geen tijd voor want we zijn de hele tijd aan het kletsen. De buren zijn een jaar of twee geleden begonnen, zonder al te veel binnenvaart achtergrond. Uit hun verhaal blijkt dat sommige dingen helemaal niet zo logisch of vanzelfsprekend zijn als ik dacht dat ze waren. Interessant om aan te horen. De tijd lijkt daardoor voorbij te vliegen en het lijkt alsof we in no time het kanaal uit zijn. Niet veel verder moet de buurman lossen. Wij gaan nog een stukje verder. De Oise stroomt nog pittig, maar is wel weer terug in zijn bedding. Het is hier wel serieus geweest. De mensen op het eiland zijn geëvacueerd geweest.

Vrijdag 28
Dat is nou jammer. Als we geweten hadden dat jullie hier lagen hadden we niet bij de sluis blijven liggen, zeggen de buren. We lagen beide vroeg vast gisteravond en wisten van elkaar niet dat we op nog geen 600 meter van elkaar vandaan lagen. Dat zou wel eens het enige sociale voordeel van de AIS kunnen zijn. Dan hadden we elkaar al kunnen zien liggen. Ik moet het gesprek staken, omdat ik het ruim open moet leggen. De kraan om te lossen komt er aan. De grijper is niet zo goed dicht en strooit steeds behoorlijke hoeveelheden lading uit op plekken waar dat niet hoort. Als we leeg zijn ligt er minstens één cm stof op de luiken. Eerst maar eens schoonmaken. Dan nog een stukje terug naar Janville varen. Tijdens het vast maken zie ik mensen bezig met een stofzuiger. Ze komen steeds terug om er een plons water uit te gooien. Nadat dit tafereel zich een paar keer herhaald heeft snap ik pas dat ze bezig zijn met het leeg zuigen van hun kelder. Ik bied ze een pomp aan. Dat vinden ze erg fijn, want nu is de kelder in een uurtje leeg, anders waren ze morgen nog bezig. Het is een enorme bende in de kelder een laag modder blijft achter. In de woonkamer heeft ook een meter water gestaan. Wat een rommel geeft dat. Ben blij dat ons huisje gewoon met het water mee omhoog gaat.

Zaterdag 29
Eerst ballasten en afbreken, want straks moeten we onder lage bruggen door. D haalt vast een paar verse baquettes. Ze smaken voortreffelijk in de vrieskou, ik heb me heel warm aangekleed, lijk wel een michelin poppetje. Ondanks de warme kleding heb ik het niet warm, want de zon laat zich niet zien. Bij één van de automatische sluizen hebben we een dépanneur nodig. Omdat de sluis natuurlijk eerst nog leeg om moet schutten, duurt het lang voordat de deuren open gaan, bovendien gaan die ook nog eens heel traag. En net voordat ze helemaal open zijn komt de steven tussen het infrarood oog beneden de sluis en de automaat vliegt meteen in de stress, stopt alles en gaat op dubbel rood. De deuren zijn al wel zover open dat we kunnen invaren. Als de dépanneur komt krijgen we een standje dat we te vroeg zijn ingevaren. Als excuus voeren we aan dat de sluizen ook zó langzaam zijn. De man trekt een verveeld gezicht Waarschijnlijk omdat het vast niet de eerste keer is dat hij dat hoort.

Zondag 30
M helpen met haar huiswerk, dat vraagt behoorlijk wat tijd. Daarna gaan we wat spelletjes doen. Al valt het nog niet mee om overeen te komen welke. En om ze allemaal te doen is de dag te kort.

Maandag 31
De silobaas komt vertellen dat hij straks kan gaan beginnen. En inderdaad om negen uur loopt de koolzaad het ruim in. Er zit alleen wat veel kaf door. En dat is ook de controleur opgevallen. Dus moet de afstelling van de machine die dat moet scheiden beter afgesteld. Echter geeft dat niet echt een beter resultaat. Dan wordt er steeds met tussenpozen geladen, nadat de lading tweemaal door de schoonmaker is gegaan, ik zie echter nog steeds geen verschil. Bovendien gaat er in de silo ergens een motor in rook op en staat het laden nu helemaal stil. De rest zal voor de dag van morgen zijn. Het is ook altijd wat met dit bedrijf. Ja, het is hetzelfde bedrijf als vorige reis. Alleen hoeven ze hier niet te stoppen met laden tussen 9 en 11. Sterker nog vandaag is er alleen maar geladen tussen 9 en 11.

 December
2010
  
 Februari
2011