|
|
Donderdag 1 | Het is NW 4 dat is geen probleem, om naar lemmer over te steken. Het is een stuk ongezelliger varen als vorige keer hier. De meeste watersporters zijn vertrokken en de zon ook. Vroeg vast door sluis gaarkeuken.
|
Vrijdag 2 | Als het licht begint te worden zijn we al in Groningen. Zijn vroeg begonnen om net voor hoogwater in Emden te zijn. Zodat we nog van opgaand water kunnen profiteren. Als de bestemming in zicht is en we net tussen de geisendam zitten zakt het toerental van de motor in. Ik roep naar beneden." HOU EVEN VAST" en ga als de brandweer de machine kamer in. Waarbij ik alle traptreden oversla. Daar zet ik met één hand het gasoliefilter over op de andere en draai met de andere hand de BB gasolie tank open. En meteen krijgt de motor er weer zin in. Ik zag ons al tegen hoogwater op de geisendam drijven, De wind is er precies naar toe en hij is ook stevig, dus had dat echt zo lang niet geduurd, nu we zo vlot liggen. Maar gelukkig kwam het niet zover en hangen er voorop ook nog 2 ankers gebruiksklaar. Op de losplek twijfelen ze even of ze ons niet meteen gaan lossen i.p.v. maandag, zoals afgesproken. Het wordt toch maandag, want de bobcat ligt uit elkaar. We gaan in dat geval maar even bij de ouders van onze aanstaande schoonbroer langs voor wat sappige details over zijn jeugd, en natuurlijk de bijbehorende foto's.
|
Zaterdag 3 | Druk weekend programma, en zelfs dat moeten we nog eens omgooien, want we horen in de auto op de radio voor vannacht aan de Duitse kust stormvloed waarschuwingen. Een HW van 1.5 á 2.0 meter hoger dan normaal. Dat betekend dat het water op de kade komt. En we hebben niet alle touwen op de muur maar in de muur staan. Dus na de kraamvisite bij ons neefje weer terug gereden naar boord en naar binnen geschut in de haven. Daar krijgen we een mooi plekje toebedeeld, alleen jammer dat de palen voor ons korte scheepje te ver uit elkaar staan en er dus tussen vallen. En dat lijkt me met storm op komst niet echt ideaal liggen. De havenmeester had er niet aan gedacht en bied zijn excuus aan. En we krijgen een geschikter plekje voor kortere schepen. Voordat we met de auto langs de portier van dit havengedeelte zijn is het een paar minuten later. Want we waren nog niet aangemeld. Nou het was ook niet voorzien, maar de storm enz. en de palen te ver uiteen enz. Een telefoontje naar de havenmeester deed hem overtuigen. Dus nu eindelijk op weg om M op te halen bij een vriendin in Groningen, en door te rijden naar oma, waar we een afspraak hebben met de rest van de familie om het gedicht nog eens aan een kritische blik te onderwerpen, en om er nog een Duits gedeelte aan toe te voegen. Dat valt niet mee.
|
Zondag 4 | Het heeft wat extra moeite gekost maar ondanks de storm prima geslapen wetende dat het schip nu gerust ligt. We krijgen het gedicht helemaal af en dat is een hele opluchting. Als M weer is weggebracht gaan we terug naar het hoge noorden.
|
Maandag 5 | Zeven uur naar buiten geschut, via de zeesluis. Voor een zeesluis gaat het wel snel, ondanks dat we dik 3 meter af moeten schutten duurt het nog geen 15 minuten. Dan gaan we om 8 uur lossen. Ze hebben lang werk deze keer, tot 2 x toe een pauze genomen. Natte voeten in de badkamer, wat nu weer. Na enig speurwerk blijkt het de wasmachine te zijn. In Groningen ga ik op de fiets de stad in om een nieuwe pomp te scoren, want die bleek lek. Op internet had ik al een adresje opgezocht en die hadden hem zowaar op voorraad. Nog voordat Henny de sluis in kan varen ben ik alweer terug een boord.
|
Dinsdag 6 | Het is er weer het seizoen voor, mist. Meestal komt er daarna mooi weer, vandaag niet. Bij het ruim schoonmaken vind ik een souvenir van de bobcat in Emden. Zag gisteren wel dat er weer een T-ijzer uit gereden was, maar deze is nu zo krom dat die echt onbruikbaar is geworden. Voor zulke grappen hebben we nog een nieuw stuk T-ijzer liggen. Dus ik heb weer wat te knutselen.
|
Woensdag 7 | De wind zou iets afnemen, enkel dat laat nogal op zich wachten, want het waait nog precies hetzelfde als gisteravond. Geduld hebben we niet meer en vertrekken toch maar. Niet dat het allemaal zo spannend is hoor. De wind is bijna recht van voren en dan stampt het allemaal zo met onze platte kop als we leeg zijn. Dus doen we het heel rustig aan. Als we in Lelystad aan komen worden we al opgewacht. Als we de motor en de auto aan de wal hebben en goed vast liggen, ga ik naar de sauna.
|
Donderdag 8 | Klussen in het ruim, het nieuwe T-ijzer erin gezet, tevens wat spanten weer recht gezet en wat gelast.
|
Vrijdag 9 | Vroeg op, we gaan vlaggen, dus moet de mast goed met staggen vast gezet en dan vlaggen knopen. Laatste wijzigingen in het gedicht, omkleden en op naar het piratenschip. Om 1 uur varen we uit, kapen een schip en ontvoeren een bruid, ze worden meteen getrouwd en we feesten tot diep in de nacht.
|
Zaterdag 10 | Nog een beetje brak van het geweldige piratenfeest. Maar er moet nog meer gefeest, want vandaag staat er een Jeugd, Ouders en Personeel uitje op het programma van het internaat.
|
Zondag 11 | Na een rustig aan zondagmorgen en een gezamenlijk bakje koffie vertrekken de schepen weer. Wij naar IJmuiden. Zus richting noorden. Aan het eind van de middag trekt de wind behoorlijk aan, maar dan zijn we al binnen Schellingwoude. In IJmuiden een autosteiger opgezocht. Henny brengt oma naar huis en M op internaat. Ik kan natuurlijk niet op de autosteiger blijven liggen en moet een ander plekje zoeken totdat Henny terug is. En storm zo naar de overkant. Ben erg blij met ons mini kopschroef anders had ik nu brokken gemaakt. Bij oma blijkt het slot in de deur aan het eind van zijn leven. Dat zegt tenminste de opgetrommelde slotenmaker. In dit geval zou je hem beter slotensloper kunnen noemen. Aanvankelijk dachten ze dat er nog een stuk afgebroken sleutel in het slot zat. Dat was echter niet zo. En moest het slot uitgeboord. Voordat Henny terug is is het alweer laat geworden. Terug naar de autosteiger, auto erop, en naar de laadplaats anderhalve kilometer terug
|
Maandag 12 | Nog niet meteen laden. Dat is op zich wel lekker ik heb nog een heleboel vlaggen op te vouwen. Moet nog een vrachtafrekening maken. Ook fijn om weer een redelijk lange reis voor de boeg te hebben. Een paar dagen gelijkmatig ritme. Het lijkt erg druk en lange dagen maken, maar op één of andere manier is dat veel minder belastend dan ergens liggen en het rennen en vliegen van en naar allerlei afspraken. Het laden gaat gemoedelijk. Het is wel puzzelen. De rollen moeten minstens 70cm uit elkaar of vanaf een schot of gebint staan. Het hart van de rol moet 75cm uit de zij staan. Het zijn deze keer wel 34 rollen. Dus moet er ook een rij in de midden en dat gaat maar net. Als we vol zijn zet ik het spul nog wat beter vast, zodat we er ook met een gerust hart mee kunnen varen. Al kunnen ze nu niet echt ver meer gaan rollen nu de vloer helemaal vol staat.
|
Dinsdag 13 | Henny haar ouders liggen in Vreeswijk. We maken daar langszij vast voor een bakkie en varen daarna weer verder. Via de Lek zouden we de vloed over de kop draaien en als die op is op de Noord weer tegenstroom. Dat leek mij niet zo'n goed idee dus varen we via het Merwede kanaal. Daar zijn we echter niet sneller mee, want de spoorbrug in Arkel treffen we niet en daarna ook nog de spitsuursluiting in Gorinchen aan ons broek. Maar het vaart wel leuk.
|
Woensdag 14 | We staan voor de keuze, varen we via Antwerpen en de Zeeschelde of via Terneuzen en de Westerschelde. In Antwerpen zijn we niet welkom bij de sluizen, omdat 1 van de sluizen in onderhoud is en de schepen die dan voor de bovenschelde bestemd zijn en van Nederland komen moeten maar via Terneuzen varen. Zo stelde onlang het havenbestuur. Nu is het vandaag echt ideaal weer om over zeeland te gaan. Dat beetje wind wat er is komt ook nog eens uit het oosten. Dus de Oosterschelde is geen enkel probleem. Dat zou de Westerschelde ook niet zijn als er geen onverantwoordelijke loodsen of zeeschepen kapiteins waren. Aangezien de ervaring heeft geleerd dat die er wel zijn, alleen weet je nooit wanneer je er eentje treft. Dus alles toch stormproef gemaakt. En dat is maar goed ook. Het was niet druk met zeevaart. De eerste die achterop zou komen, meldt aan de verkeerspost dat ze motor problemen hebben en dringend ten anker moeten. We komen er 2 tegen waarvan 1 toch wel golfslag aan de maat veroorzaakt. Dankzij de voorzorgsmaatregelen komen we veilig aan de overkant. En het geluk is met de kleintjes, alleen de zeesluis is nog in bedrijf hier in Terneuzen en voor ons is nog net een plekje.
|
Donderdag 15 | Als Henny in de stuurhut komt ziet ze dat het mistig is. En ik zit onder het varen een boekje te lezen, maar ik kijk ook af en toe op de radar hoor. Het duurt lang voordat het opklaart, terwijl het zonnetje al een poosje te zien is. In Tournai ben ik getuige van een stukje Belgische taalstrijd. En gooi er nog een schepje bovenop als ik in het Nederlands antwoord op een melding van een Franstalig groot schip. Even later klaagt de man dat ik me niet gemeld heb?
|
Vrijdag 16 | D en ik varen vandaag verder, de rest gaat M halen. We schutten overal alleen dus moeilijk wordt het niet. Nog vroeg in Moislains. Henny niet die heeft 2 uur in de file gestaan. Daar hebben wij zelfs op het canal du Nord geen last van.
|
Zaterdag 17 | Rustig dagje, stukje varen, sluis, stukje varen. Vandaag 9 sluizen gedaan.
|
Zondag 18 | Het is weer raak. Het is af en toe nogal mistig, tegen dat we aan Janville zijn klaart het op en krijgen we meteen 2 buren zonder radar die nu vertrekken. Dan meldt de sluiswachter dat er een "arret de navigation" in Compiëgne is. In verband met een roeiwedstrijd. We vragen in welk bericht aan de schipperij dat staat en krijgen het nr. Daarin staat inderdaad 2 x een stremming. Eentje van 10 tot 12 en eentje van 1400 tot 1600 uur. Het is inmiddels 12 uur en vanwege de mist is de ochtend wedstrijd niet doorgegaan. En die wilden ze dan nu maar doen. Maar dat gaat zo maar niet. Dus na enige discussie kunnen we toch verder en moeten de roeiers zich houden aan de eerder aangevraagde tijden en hebben dus ook hinder van de mist. Net als onze buren die bijna dubbel vertraging hadden opgelopen.
|
Maandag 19 | De buren zijn vanmorgen nog niet paraat. Volgens mij niet omdat ze moeilijk op kunnen staan, maar omdat ze in de veronderstelling zijn dat de sluis pas een uur later begint. Ik moest het ook even nakijken, want het verandert hier nogal eens. En op de Oise zelf heb je door de week al 3 verschillende tijden, en in het weekend is het nog weer anders. Er is geen bijhouden aan. De ontvanger nog eens terug gebeld om te melden dat we om 5 uur daar zouden zijn. Vrijdag kon ik nog niet zeggen hoe laat het zou worden. We hebben 4 rollen bij ons waar dringend behoefte aan is. Die willen ze eigenlijk nog vandaag eruit halen. En zo gebeurd het ook. Onze rollen zijn bestemd voor de autofabrieken van Citroën Peugeot en Renault.
|
Dinsdag 20 | Dat vind ik nou niet sympathiek. Nu laten ze ons liggen. Er is een trein aangekomen en blijkbaar heeft die ook rollen waar ze op zitten te wachten. Pas na de middag zijn wij weer aan de beurt. En dan gaat de portaalkraan nog stuk ook. Dat is na een uurtje gelukkig weer opgelost. En komen we toch nog leeg. We gaan onder de kap vandaan, maar blijven wel in de haven liggen. We zijn op dit moment zo werkeloos als de medewerkers van de DSB bank.
|
Woensdag 21 | Daar komt tegen de middag verandering in. We kunnen volgende week in La Ferte sous Jouarre laden voor Weert. Omdat we voor dit weekend plannen hebben, vertrekken we meteen met het schip naar de laadplaats. We meanderen de hele seine tot de splitsing van de Marne. De stad Parijs doen we weer eens in het donker, toch wel mooi al die lichtjes. Als we 's avonds stilliggen hebben we 113 km gevaren en hemelsbreed is het maar 52 km.
|
Donderdag 22 | In Chalifert niet ver van Disneyland gaan we het tunneltje in. Kgggggggggggg, ik schrik me rot, o shit het blauwe bord vergeten weg te halen. Het kwam tegen de tunnelrand. Nu we eenmaal in de tunnel zitten kan ik het niet meer weghalen ook. Heel erg goed in het midden blijven dan. Dat lukt prima enkel wel met uiterste concentratie. De schade aan het blauwe bord valt mee, enkel het verflaagje is eraf geschaafd. We komen nog op de laadplaats en hebben nu een paar dagen vrij, we mogen pas dinsdag melden en dus woensdag laden.
|
Vrijdag 23 | In Brussel word ik uit de auto gezet. NEE, niet omdat we ruzie hebben, maar omdat ik daar een vergadering heb. Na afloop kan ik met een andere deelnemer mee rijden naar Rotterdam en reis verder met het openbaar vervoer. Daar heb ik geen hekel aan. Integendeel, dan kun je nog wat zaken doornemen ofzo. O'ja OV Chipkaart, daar was zo'n gedoe over, maar nu is hij er dan toch. Daar moet ik me nog even in verdiepen. Vragen hoe kom ik aan zon ding, staat ie op naam, hoe kan ik hem opladen en dergelijke komen in mij op. In Nieuwegein kun je ook nog de strippenkaart gebruiken, die heb ik nog, dus gebruik die maar. Dat is vertrouwd, Maar daar zitten 2 strippen te weinig op. Dat is dan 1.60 euro extra voor 2 strippen. Dus betaal ik de buschauffeur. 1 en 2 centen zijn hier niet meer geldig meneer??? Nou ja zal wel. Het zijn ook allemaal franse of Belgische muntjes in mijn portemonnee, blijkbaar heb ik iets gemist. Ik word duidelijk al een oude vent.
|
Zaterdag 24 | Weer vergaderen, nu in Rotterdam. Op het station in Utrecht vertrekt de trein niet op het gebruikelijke perron. Dat wordt ook aangegeven dus loop ik naar spoor 8. Daar staat nog de stoptrein naar Rotterdam, maar de intercity komt er meteen achteraan. Althans volgens de omroepster. Niet veel later komt er inderdaad een intercity het station binnen. Daar staat wel Den Haag op, maar het is toch duidelijk omgeroepen en het stond ook op het bord boven het perron. Zit ik net op mijn plek "goedemorgen dit is de intercity naar Den Haag". De intercity naar Rotterdam vertrekt van spoor 7. Gloeiende ^%@#! Weer trap op trap af. De trein staat er nog, maar zit zo vol dat we er niet meer in mogen. Daar sta je dan, had ik toch beter de stoptrein kunnen pakken. Dat heb ik niet gedaan dus zal moeten wachten op de volgende intercity. Die komt zowaar ook echt op 7 binnen en vertrok maar 12 minuten te laat.
|
Zondag 25 | Henny zou met de kinderen plus nog een paar vriendinnen van M naar K3 in Ahoy. Maar Henny is ziek. Dus ik natuurlijk dol enthousiast om het meteen van haar over te nemen. (lees dit vooral licht ironisch) Als ik me alleen al probeer voor te stellen hoe de teleurgestelde gezichtjes eruit zouden zien als ik zou vertellen dat het hele feest niet door zou gaan, omdat mama ziek is. Dan maar onverwacht vroeg mijn bed uit en begin aan de voorbereidingen. Net voordat we de deur uit gaan om de bus te halen meldt Henny zich zover hersteld dat ze het erop wagen wil. Daar kom ik nog goed weg. Nog geen 5 minuten later gaat de telefoon bij mijn moeder of ze even naar de buurman wil komen, want hij heeft een ongelukje gehad. Al heel snel hoor ik ze weer terug komen. Waarop ik zeg, nou dat viel schijnbaar nogal mee? Nou eigelijk niet echt. Zou jij ons even naar de eerste hulp willen brengen. Dus in de auto en naar het ziekenhuis. Buurman is flink gevallen en heeft de vellen aan zijn been hangen. Dat blijkt niet het enige ofwel misschien de oorzaak van de valpartij. De buurman heeft hartritmestoornissen. Ma is pas ver na de middag terug, de kinderen van de buurman hebben haar afgelost en naar huis gebracht. Ook de K3 fans hebben het er alweer opzitten. Als we M terug gebracht hebben naar internaat rijden we terug naar boord en nemen onderweg Roeland, een logee mee. Die voor een weekje het Boordjournaal overneemt. Zondagavond omstreeks 21.00 uur werd ik opgehaald door Janarie en Henny, nadat zij M weer naar het internaat hadden gebracht. Door het nachtelijk duister naar La Ferte Sous Jouarre, waar hun schip ligt. La Ferte sous Jouarre ligt ten oosten van Parijs aan de Marne. Volgens de planning gaan we dan woensdag laden maar misschien word het ook wel dinsdag, mais voor Weert. Ik had Janarie en Henny gemaild of ik in de herfstvakantie mee kon varen en vrij vlot mailde Janarie terug dat het kon. Erg leuk! Rond 01.15 bij het schip en gauw pitten. Ik slaap in het vooronder, wat donker maar wel in een ruim twee persoonsbed, heerlijk.
|
Maandag 26 | Maandag een "beetje uitgeslapen, ontbijtje met vers sinasappelsap(!) en daarna aan boord wat geklust (o.a. het ruim schoon geveegd). Ondertussen werd duidelijk dat we hoogstwaarschijnlijk vanmiddag al konden gaan laden, dus de jetski ook uit het ruim gehaald. Terwijl Henny nog inkopen gaat doen, speelt Janarie met de kinderen op de wal met de radiografisch bestuurbare auto. Ik lig op de luiken, moe maar tevreden, genietend van het najaarszonnetje. Die graan/maissilo's lijken wel duivenkwekerijen, er zitten er wel een paar honderd op het dak, blijkbaar blijft er voldoende voor hen over. Aan het eind van de middag vaart onze voorganger weg en kunnen we onder de laadpijp. Ik meet met Janarie de ijken op (hoe diep we liggen), zodat we naderhand kunnen uitrekenen hoeveel ton we geladen hebben. We krijgen uitleg hoe we die pijp moeten bedienen en blijkbaar mag/moet je dat hier zelf doen. Nou, laden dan, op Janarie's aanwijzingen hang ik de pijp midden boven het schip en al snel valt de mais in het ruim. Het stuift nogal en de mais valt met enig geraas in het schip. Als ik lang genoeg naar het naar beneden glijdende mais kijk, lijkt het soms erop dat de mais weer omhoog glijdt (als het aan de andere kant van de berg omlaag glijdt). Op aanwijzingen van Janarie verplaats ik soms de pijp wat naar bakboord of stuurboord, ten einde het schip niet scheef te laden. Er moet ongeveer 260 ton mais in (met een hectolitergewicht van rond de 68 kilo). Ik begrijp van Janarie dat het aan de maat is (of er al wat over eigenlijk), de Marne is op sommige plaatsen wat ondieper, zodat we niet te diep mogen liggen. Het liefst een paar cm voorover, zodat bij ondieptes de schroef en het roer wat meer ruimte hebben. We laden eerst vanaf het midden naar voren en daarna wat meer achterin.'S avonds om ongeveer 19.00 uur zit alles er in en kunnen de luiken dicht. Samen nemen we weer de ijken op, onderbroken door een lege lantaarn en het eten. Quiche, recht uit de oven, dat gaat er goed in. We varen terug naar de loswal waar we lagen, morgen komt er een ander schip laden. Morgen om 08.00 uur krijgen we de papieren pas en daarna kunnen we pas weg, dus dat wordt dan weer niet vroeg. De auto er nog op gezet met de kraan en de luiken vastgezet. Nog even nagekletst. Henny heeft de hele dag opgeruimd beneden, gekregen kleding uitgezocht, de wasmachine aangezet en de slaapkamertjes weer in orde gemaakt, ze heeft er rode konen van. Als ik naar voren loop is het schip nat van de condens, oppassen dat ik niet het water in glijd. Nog wat gelezen en pitten.
|
Dinsdag 27 | Wakker geroepen met de intercom, sinasappelen meteen mee naar achteren en meteen de vraag of ik wil mee lopen om de papieren op te halen, zeker te weten! De betreffende fransman moet nog komen dus eerst ontbijten dan. Aan boord vraagt Janarie of ik niet eerst het schip wil afspuiten, het maispoeder en de vliesjes liggen nog los op de waterdruppels op het schip, dus makkelijk weg te spuiten. Ook goed, een waterpak aan van Janarie ( gaat nog net, lengte!) en laarzen. Ondertussen weer mee naar de silobaas, mijn grote tenen protesteren in de wat te kleine laarzen. Een monsterzak mee (een zakje mias uit de lading (als steekproef)) en de benodigde papieren. Losgegooid, gedraaid en op weg zijn we, naar Parijs. Dat lijkt me een belevenis, daar verheug ik me echt op. De andere kant op schijnt ook mooi te zijn, het bovendeel van de Marne en dan langs Reims en het Canal des Ardennes en de Maas, een volgende keer misschien. Terwijl we varen spuit ik het schip verder schoon. Het is mistig, we hebben 200 a 300 mtr zicht, dus de radar aan. De zon prikt er langzaam doorheen, mooie plaatjes schieten. Een boogbrug die langzaam uit de nevel komt, geweldig. Ondertussen opletten dat ik met die zware slang niet overboord glij, aandacht erbij! Daarna ontbijt, met vers sinasappelsap! Langzaam wordt het prachtig weer, de zon op de stuurhut., de verwarming aan, buiten herfstkleuren aan de bomen, net als kanoën op de Ourthe, maar dan minder koud en nat! Muziekje op de radio, school lijkt ver weg. Onderweg komen we door een tunneltje.(Chalifert) Aan de linkerkant is een kunststof glijplank aangebracht. Janarie houdt de kop tegen de glijplank aan terwijl we rustig door de tunnel varen. Ik verbaas me soms over de stand van het roer, het lijkt soms tegengesteld aan de beweging nodig om de kop tegen de glijplank aan te houden. Janarie legt uit dat door de ondiepe en smalle tunnel het schip makkelijk naar een van de twee kanten word aangezogen, door het snel passerende water. Het schip sluit als het ware de tunneldoorgang terwijl het water wel van voren naar achteren moet worden verplaatst. Het water stroomt dus snel langs het schip, wat een onderdruk creëert naar de kanten toe. Opletten dus. Op de Marne gaat op een gegeven moment het gas weer flink open om de sluis te halen van Vaires, die sluit om 18.00 uur. Dan kunnen we daarna nog een flink stuk doen tot de sluis van Neuilly. 'S avonds gaan we verder door een wat smaller en ondieper kanaal, het wordt langzaam donker. Janarie vraagt ons twee schijnwerpers voorop te monteren. Ik vind dat die nog weinig zicht geven, het is goed dat de ondergaande zon nog een beetje in het kanaal schemert. We varen langzaam, het kanaal leent zich niet voor een snelle vaart. Janarie vraagt of ik wil oefenen met 's nachts varen. Natuurlijk, altijd! Na een tijdje krijg ik een beetje koppijn van dat turen in de duisternis. Mijn ogen protesteren tegen het flinke accomoderen, vanuit de verte naar de oevers naast me, naar de kaart op het beeldscherm en weer naar de verte. Na een tijdje gaat het beter. Ik heb een afwijking naar rechts: ik moet het midden aanhouden en dat probeer ik ook maar Janarie moet mij daar nog vaak op wijzen, steeds dwaal ik af naar rechts. Gelukkig begrijp ik van hem dat meer aspirant schippers dat probleem kennen.
|
Woensdag 28 | Ik word op tijd wakker, kleed me aan en neem vast verse sinasappelen mee naar achteren. De deur is nog op slot. Ik wandel nog wat over het jaagpad. We liggen achter een containerpousseur, die 's morgens als eerste de sluis door moet. Ruim voor achten maakt hij al los en ligt enige tijd manouvrerend voor de sluis te wachten. Het opstarten van de sluis duurt blijkbaar even, maar dan gaat hij er ook in. Het verval is flink, de zeker 3 meter oprijsende bak verdwijnt bijna achter de sluisdeuren. Ondertussen komt Henny met rood hoofd aangelopen, ze heeft vanmorgen nog "even"hard gelopen. Nahijgend doet ze nog wat strekoefeningen. Janarie zit ondertussen op zijn plek en wil losmaken. We steken ook de sluis in. Inderdaad zakken we een flink stuk. Ik klim langs de ladder omhoog om de tros los te maken, losgooien lukt me nog meestal niet op die hoogte. Een vrouwelijke sluiswachter verontschuldigt zich en zegt dat ze het niet had gezien, anders had zij die tros wel losgemaakt. In mijn beste Frans mompel ik dat het geen probleem is en terwijl ik weer afdaal zegt ze dat ik het ook had mogen vragen, hier had ik zeker niet aan gedacht, leuk mens! Ik glimlach uiterst vriendelijk terug en let ondertussen op dat ik niet van de groene natte sporten glij. Janarie heeft ondertussen de gashandel al opengetrokken en ik spring op het uitvarende schip.We varen de Marne weer op(af), richting Parijs. Langzaam neemt de bebouwing toe en verstedelijkt de omgeving. Henny reikt ons een ontbijtje aan, Frans stokbrood met jonge kaas en dillesaus, met een mok vers sinasappelsap, heerlijk, luxe zelfs. Onderweg varen we twee Nederlandse spitsen tegemoet, alle drie schakelen ze over op kanaal 9 om bij te kletsen. Leuke pandjes aan de waterkant! Ik vaar weer een stukje. Op de oevers zie ik steeds meer activiteit, meer verkeer en wandelaars en sporters maar ook meer bedrijven, los en overslag. Steeds meer (woon-)spitsen, de ene nog mooier dan de andere en ook andersom. Toch heeft het ook iets deerniswekkends: wat moet een Rapido daar nu of een "Avant"? De bruggen worden steeds fraaier, beeldhouwwerken er op en allerlei dopjes en versieringen. We hebben flink het gas er op gehouden om het alternat te kunnen halen van 11:35. Op dit stuk is een steeds wisselend eenrichtingsverkeer ingesteld. We zien in de verte het licht op groen springen en kunnen dus mee met anderen schepen die reeds lagen te wachten. Janarie neemt het stuurpookje weer over, zodat ik op mijn gemak van het uitzicht kan genieten. De Notre Dame doemt op, een geweldig gezicht, heel anders zo vanaf de waterkant. Ontspannend op de luiken zittend, laat ik het panorama aan mij voorbij glijden. Er worden van ons/mij net zoveel foto's gemaakt als ik neem van de omgeving. De Eifeltoren doemt op boven een aantal hoge gebouwen. Opgewonden bel ik Marijke: of ik wel foto's maak, ja, natuurlijk! Langzaam draaien we om de Eifeltoren heen, waardoor het zwarte gevaarte door de zon in het licht wordt gezet. Het is druk op het water met allerlei rondvaartboten, op de oever zie ik rondritbussen rijden en hordes toeristen. Weer een uiterst fraaie stalen brug, helemaal geklonken, uit de tijd van (of voor) de spitsen dus. Die Eifeltoren blijft imponeren, stoer staat hij daar te staan, nu zilvergrijs. Hoe kregen ze het ding in hemelsnaam in elkaar gezet, in die tijd??? Ook geklonken!!! Veel handwerk!!! Henny komt vragen of we kunnen eten? Nou het meeste heb ik ondertussen wel gezien. Henny neemt het pookje over en wij gaan naar beneden, met de kinderen aan tafel. Henny heeft vanmorgen met D leerstof doorgenomen, zodat hij voorbereid naar de lagere school kan. De kinderen hebben niet veel trek, Janarie is ook geen grote eter dus ik kan nog een tweede bord nemen, het smaakt me uitstekend. 'S middags neem ik nog een keer het stokje over en vaar een flink stuk richting Conflans, dat ken ik nog van de zomervakantie. Het wordt stiller beneden, 's middags zet Henny vaak een film op voor de kinderen, als het K3 is, merk je dat vanzelf. Ze doet ondertussen de administratie, blijkbaar ook een hele klus, allerlei documenten verzamelen en invoeren voor de boekhouder. Langzaam valt de avond. We varen Conflans door, sfeervol verlicht door neon straat lantaarns. Janarie slaat achter Conflans rechtsaf (stuurboord!) de l' Oise op, naar het noorden. We varen door de duisternis, op de radar, verder naar Pontiose waar we gaan aanleggen voor de gesloten sluis. Einde oefening voor vandaag. We maken vast aan een pousseur, een samenstel van twee spitsen. De Picaro ligt daar ook, aan de palen vast, Janarie en Thijs hebben daar blijkbaar afgesproken. We liggen dan vier dik. Ik leg naar mijn beste kunnen de kop van onze spits vast aan de pousseur. Een man met een hond op zijn rug komt over de pousseur naar mij toe gelopen. Het blijkt Thijs te zijn. Ik ken zijn site erg goed en ik heb wel eens met hem gemaild. Ik schud hem de hand en stel me voor. Er gaat blijkbaar ook bij hem een lampje branden. Even aarzelt hij maar dan legt hij vakkundig uit wat er niet klopt aan mijn vastmaken en met snelle, niet te volgen bewegingen legt hij routinematig de twee schepen goed aan elkaar. "Ziezo, zo doe je dat"! Die gaat nergens meer naar toe! Enigszins bedruimeld loop ik achter hem aan naar de roef. 's Avonds tijd om bij te kletsen. Ik kan de gesprekken niet altijd volgen en elke keer vragen wat er precies wordt bedoelt is ook niet goed voor mijn ego. Na een kop thee, vertrek ik naar voren.
|
Reactie van Rens | >Enigszins bedruimeld,…
Heel herkenbaar hoor Roeland;-)
Complimenten overigens voor je verhaaltjes, je pakt flink uit! (al mogen die van Janarie/Henny er evengoed wezen..)
Groet, Rens
|
Donderdag 29 | Als 's morgens de sluizen open gaan, varen diverse schepen door het ochtendduister grommend naar voren. We kunnen allemaal gelukkig in beide sluizen. De pousseur glijdt tussen ons vandaan en wij varen met de Picaro de kleine sluis in. Ik help mee met schutten. Of ik met de Picaro wil meevaren? Annemarie is naar Nederland en Thijs vaart alleen. Misschien vind ik het leuk om met hem mee te varen? Ja, waarom niet? Ik verzamel mijn spullen en stap bij hem aan boord. Aan boord van de Picaro is het stiller dan op de Westropa. De motor zoemt zachtjes en verder hoor ik alleen Thijs zelf. Geen kinderen aan boord en Thijs heeft geen muziek aan staan. Hij is een gezellige prater en niet te beroerd om mij allerlei dingen over de spitsenvaart te vertellen en uit te leggen. Janarie en hij houden een kanaal vrij op de marifoon waar ze regelmatig over lopen te kletsen. Zo nu en dan mag ik een stuk varen en zelfs een paar sluisjes in varen. Henny wijst me op een gegeven moment in een sluis als we weer naast elkaar liggen, op mijn rood aangelopen hoofd, ja, inderdaad best (in-)spannend: andermans schip, groot, soms wat onvoorspelbaar en nogmaals: hoe doe je dat precies. Thijs legt ondertussen geduldig uit en doet voor hoe het moet. Onderweg smeren om de beurt een broodje en zorgen we voor koffie.Na de sluis van Venette wil Thijs gasolie en water bunkeren. We moeten even wachten voor we langszij kunnen van het bunkerschip, een Belg ligt water in te nemen en vraagt ons even te wachten. Als hij er tussen uit vaart, leggen we aan. Uiterst vriendelijk worden we handschuddend begroet door de franse medewerkers. Twaalfhonderd liter gasolie en de watertank afvullen. Janarie laat ondertussen een vat smeerolie over de Picaro op zijn schip zetten met een kraantje. We lopen naar binnen om af te rekenen. Er is van alles te koop, ongelofelijk! Terug op het schip zien we dat we te laat gaan komen voor de sluis van Janville. Snel vertrekken we, de Westropa voorop. Het is ondertussen weer donker geworden, Thijs zet in de stuurhut de radar aan. Terwijl we onder een brug doorvaren horen we een angstaanjagend geklap weerkaatsen tegen de onderkant van de brug. Geschrokken zetten we de motor stil maar het geluid blijft. Onderzoekend openen we de beide deuren van de stuurhut om te horen of het van buiten komt, nee, van achteren. Tegelijkertijd zien we dat de radar tegen het davidkraantje aan loopt. Thijs draait snel de radar verder omhoog en inventariseert de schade, het lijkt mee te vallen. Na een half uur varen in het duister, komen we inderdaad net te laat aan voor de laatste sluis van deze dag, in Janville. De sluismeester is niet meer te bewegen tot een echt laatste schutting, "morgen zijn we weer de eerste". We leggen aan voor de sluizen. Vorige keer hebben we aan de andere kant van de sluis (boven de sluis!) gelegen. Bekend terrein dus. Janarie wil eerst aan bakboord aanleggen maar kan daar de auto niet op de kant zetten (morgen moet Henny weer naar Nederland om M van internaat te halen). Er staat een mooi wit betonnen soort hekwerk, achter een strook gras, net te ver weg voor de autokraan.. Hij manoeuvreert de Westropa naar de stuurboordzijde. Wij leggen aan op de vrijgekomen plek. Ik laat de hond Kia uit terwijl Thijs zijn best gaat doen op een warme maaltijd. Janarie zet ondertussen aan de overkant de auto op de kant met de autokraan. Ik loop met Kia langs de huizen langs het kanaal. Het ruikt er naar kolenvuurtjes, het doet me aan de Ardennen denken. Het kanaal ligt er stil en verlaten bij, geelachtig verlicht door de straatverlichting. Kia blafte naar een zwart kat. Ik heb het naar m'n zin. Thijs heeft een warme hap op tafel staan, met een glas wijn, het smaakt heerlijk. We lopen hierna naar de overkant, Thijs loopt zelfverzekerd binnendoor over het sluizenterrein en de sluisdeuren, ik hobbel achter hem aan. Henny heeft weer hard gelopen langs het kanaal, bezweet en rood aangelopen verteld ze trots dat ze de 40 minuten uit heeft gelopen. We kletsen nog wat en daarna kruip ik onder de douche en in bed.
|
Vrijdag 30 | Als ik om kwart voor zeven uit het vooronder kruip, stroomt het water nog steeds over de deuren van de sluizen, net een waterval, in het neonlicht van de sluisverlichting, erg mooi, haast sprookjesachtig. Op meerdere schepen wordt men blijkbaar wakker, want her en der springt de boordverlichting reeds aan. Henny vraagt of ik brood wil halen bij de bakker als ik de sinaasappelen overhandig, zes baquetjes. Janarie wijst over de sluis naar een wit uithangbord met een blauwe pijl. Min of meer op goed geluk loop ik over de passerelle over de sluizen naar de overkant, beneden hoor ik scheepsmotoren aan springen. Een verse broodlucht leid mij inderdaad de goede kant op. In mijn beste Frans vraag ik om six baguette, ik zie verse croissantjes liggen maar ik heb alleen geld bij van Janarie. Stom, ik had mijn eigen geld mee moeten nemen, had ik ze kunnen verrassen. Ik loop met het verse warme brood terug over de passerelle. Ik zie dat de Westropa al de kleine sluis is ingevaren, ook de grote gaat open. Ik hoop dat het toegangspoortje van het hek van de sluizen niet op slot is, hoe kom ik anders weer op het schip? Het hek is inderdaad gelukkig los en een bord interdite au public sauf service houdt mij dan ook niet meer tegen. De sluis gaat al weer open aan de andere kant. Ik overhandig Janarie haastig het brood, terwijl hij afscheid neemt van Henny en T. Ik loop om naar de grote sluis, waar de Picaro reeds ingevaren is. Ook vandaag vaar ik mee met Thijs. Als ik aan boord stap zie ik de Westropa al uit de kleine sluis varen. Bij Pont L'eveque lopen we op Janarie in en slaan we naar bakboord af, vorige keer ben ik met Janarie hier het Canal de St Quentin ingevaren, naar rechts. We gaan nu het Canal du Nord op, dat is nieuw voor mij. We schutten middels vrij hoge sluizen (6mtr!) op. Ik stuur weer een aantal stukken. Thijs heeft een tweetal stroppen klaar gelegd, speciaal voor het vastmaken in deze sluizen van dit kanaal. Tijdens het schutten mag ik steeds de twee stroppen vastmaken, zodat we niet tegen de Westropa of de sluisdeuren knallen. Tijdens het schutten loopt er (soms met wat geweld) water in de sluis waardoor het schip naar voren en naar achteren wordt gestuwd. En met de lading is dat een hele massa die in het gareel moet worden gehouden. En zo gauw een strop loos hangt moet ik deze hoger vast maken, zodat de bolder met strop niet uit het zicht in het water verdwijnt. Weer goed mijn aandacht erbij houden! We eten vandaag bij Janarie, hij zorgt voor een warme hap. We zitten met vier mannenaan tafel, de boerenkool met spek en worst smaakt goed. Als ik 's avonds nog met mijn verslagje bezig ben, komt Henny met de twee meiden aangereden.
|
Zaterdag 31 | Ik ben weer op tijd op. Ik zet vast de sinaasappelen klaar, de roef is nog dicht. Terwijl ik buiten op de kant van het ochtendgloren en de eerste vogels geniet, komt Thijs met zijn hond van boord gestapt. Kia is blij dat ze weer even aan de kant mag en loopt al snuffelend in het rond. De eerste spits schuift om 7.00 uur alweer in de sluis, de eerste schutting, wij zijn als tweede aan de beurt. Na een tijdje, maken we los en schuiven ook wij de sluis in. We varen het Canal du Nord verder op. Bij een bepaald deel loopt het wat stroef, we moeten steeds wachten op de sluis. Veel kilometers maken we zo wie zo niet, de Westropa vaart zo'n 8 km per uur gemiddeld maar nu schiet het helemaal niet op. Thijs moppert op de sluiswachters en op de VNF, het lijkt er inderdaad soms op dat ze het schutten zeker niet vanuit de schipper z'n kant bekijken. Soms liggen we meer dan drie kwartier op de sluis te wachten. Van de andere kant is er ruim de tijd om van het landschap te genieten. Ik zie boeren suikerbieten oogsten, de mais binnen halen en alweer het land ploegen. Bij een sluis worden we opeens merkbaar handmatig afgeschut want het gaat opeens heel snel allemaal. De sluis spoelt leeg, de beide schepen steigeren als wilde paarden aan de trossen en als we beneden zijn en de beneden deur open gaat, rolt een golf water terug de sluis in en ik zie het schip van Janarie achter ons opeens weer oprijzen en naar achteren schuiven, een reflux dus! Janarie heeft het gas er al flink op staan, te zien aan de wolk blauwe rook, dus hij had hem al zien aankomen. Het heuvellandschap ken ik goed van mijn vakanties in Frankrijk. In het hoogste pand (bief de partage!) zit een tunnel van ongeveer 4 km, we varen er met 4 spitsen in. Halverwege lijkt het wel een echte ondergrondse, compleet met station. De tunnel is ruim verlicht met TL's aan een kant, maar in het midden verbreed de tunnel zich zodat schepen daar kunnen passeren. Een stoplicht regelt het weinige verkeer. Een tweede rij TL's aan de andere kant verlicht de tunnel extra. Halverwege dit bredere deel hangt een enorme stalen trechter, die frisse lucht van boven naar beide kanten de tunnel inblaast. Grote ventilatoren hoor ik boven het geruis van de wind uit. Het doet allemaal wat onrealistisch aan. Aan de andere kant, zakken we weer af. Ondertussen kletsen we over spitsen en er mee varen. Ik vraag soms de oren van Thijs z'n kop maar blijkbaar heeft hij daar ook wel lol in. Hij tovert een frans instructieboekje uit z'n kast voor een frans klein vaarbewijs, maar daar staan wel veel van die typische franse vaartermen in. Ik mag het boekje voorlopig gebruiken. Ik mag van Thijs weer een paar pandjes met sluis (!) varen, kan hij ondertussen op z'n gemak aan wat defecte elektronica prullen. Zeker bij het invaren in de de sluizen legt hij mij uit waar ik op moet letten. Hij speelt daarna enthousiast met een gevonden frisbee met zijn hond op de wal als we in de sluis liggen te wachten. Morgen rij ik met Henny weer naar Nederland en komt Annemarie weer bij de Picaro aan boord, langzaam komt het einde van de vakantie in beeld. We leggen redelijk vroeg (ong. 19.00) uur aan. We vinden onder de laatste sluis bij Arleux nog een gaatje waar we net in passen. Ik gooi vanaf het schip een tros om een bolder op de kant, het lukt me deze keer, Yes! De spits voor ons is te koop, er stoppen er wel meer hoor ik. Henny heeft een heerlijk verzorgde maaltijd klaar staan: veldsla met een honingdressing en een stukje tomaat en geitenkaas omgeven met een stuk jambon vooraf (!) en dan een flinke pan met macaroni met gehaktsaus als hoofdgerecht, afgerond met ijs met warme kersen na. Nou, meehelpen varen, 3 kinderen bezig houden, ondertussen het huishouden doen, je vent van het nodige voorzien en nog wat aan onderwijs doen en dan nog zo'n maaltijd voor mekaar boksen, petje af! Thijs heeft wijn uit Sancerre meegebracht. Ik krijg een kopje thee van haar terwijl ik zit te tikken. Als ik mijn eigen werk terug lees lijken de eerste dagen al heel ver weg, veel gezien en meegemaakt dus. Nog effe kletsen, onder de douche en er in.
|
|