"maart 2018"
 Februari
2018
 
April
2018
Zondag 4
De wasmachine draait non stop. Hoewel het eigenlijk niet meer gaat gaan D en ik toch het ijs even op met de ijzers onder. Alleen maar om deze winter één keer op natuurijs geschaatst te hebben. De baan zit vol met scheuren, wakken en er ligt net iets te veel zand op het ijs. Dus na anderhalf uur hebben we het wel weer gezien.

Maandag 5
Dan begint de werkweek weer, we gaan in Amsterdam laden voor Haastrecht. Vorige week besloten dat ik weer via de koninginnesluis naar buiten schut en dan via de Beatrixsluis weer richting Amsterdam, omdat we via deze route het meeste ijs op het Merwede kanaal mis varen. Pas laat in de avond werden we geladen.

Dinsdag 6
Vroeg op om zo voor de spits sluiting door Amsterdam te zijn. Alleen blijkt de kostverlorenvaart route gesloten. Er is met de vorst een waterleiding gesprongen en die heeft een kade onderspoeld en is ingestort. Afijn er heeft iemand besloten dat er geen schepen meer langs mogen. Geen nood denk ik nog. Gooi het schip rond en ga richting Oosterdok om via de Amstel en Aarkanaal te varen. Voor de zekerheid check ik die route snel op stremmingen. Dat blijkt maar goed, want de Papenbrug op het kanaal is tot 12 maart gestremd. Tja, dan weer rond en richting zijkanaal C voor de route via de Spaarne en Haarlem, alleen daar blijken de Rijnlandsluizen tot nader bericht gestremd. Dan zit er niets anders op dan voor de derde keer rond te gaan en te beginnen aan een enorme omweg via het Amsterdam Rijnkanaal, lek en IJssel.

Reactie van
Rene
Er is nog een route behalve via het A Rijnkanaal en dat is over zee… Onvoorstelbaar dat in het waterrijk nederland zoveel tegelijk mis kan gaan waardoor het moeilijk is om van noord naar zuid en vice versa te komen.

Woensdag 7
Wow, een aannemer is druk bezig om de gammele palen voor de Waaiersluis te vervangen. Was hard nodig. Men gebruikt dan ook hard hout. Met gelijkwater mogen wij naar binnen en twee andere lege spitsen er uit. Het ijs is door hun mooi gebroken. Er ligt wel meer dan ik had verwacht. We varen zonder oponthoud naar de fabriek. Vandaag lossen we niet, omdat er onvoldoende plek is in de silo.

Donderdag 8
Ergens in de middag wordt er een paar uur gelost, morgen de rest.

Vrijdag 9
Tijdens het lossen gaat hier de planning helemaal om. Ik had al brugwachters voor de route naar Nieuwegein besteld, maar de rollen gaan nog niet door. Of we leeg naar Frankrijk willen om daar een vrachtje op te halen. Na wat onderhandelen komen we eruit. Onder voorbehoud dat ik nog een sluiswachter kan krijgen voor de Waaiersluis. Officieel moeten we dat in de winter periode 24 uur vooraf bestellen. Een brugwachter kan ik makkelijk omzetten, of die nu naar de ene of andere brug moet komen maakt niet zoveel uit. Maar ook de sluiswachter ziet mogelijkheden om vanavond met gelijk water ons door de sluis te laten. Ik besluit na leegkomst een stuk achteruit te varen en dan in de recent gegraven U bij een stel dure villa's rond te gaan. Is in ieder geval een stuk ruimer dan bij de andere twee plaatsen.

Zaterdag 10
Een uurtje in Dordrecht gestopt. Daar komt een monteur een hydraulisch ventiel aan boord brengen. We wisselen hem meteen om en de storing lijkt hiermee verleden tijd. Laten we het hopen. Probleem was vooral dat de storing zich niet altijd voor deed en dan is het lastig zoeken. Voor de Krammer sluis ligt aan de oevers nog een aanzienlijke hoeveelheid ijs. Verbazingwekkend hoe lang dat blijft liggen. De vorst is al een week weg.

Zondag 11
Erg vroeg vanmorgen. Dan zijn we wel snel in Terneuzen en ondanks dat het nu laagwater is en er dus één sluis minder is staat de Oostsluis op ons te wachten. Zo zijn we al aan Evergem voordat ze daar beginnen met schutten. Alleen dat is mij te duur op zondag in Vlaanderen. Daarom de auto aan de wal en rijden naar huis.

Maandag 12
Dat was te verwachten, zowel de Leie als de Schelde in vloedregime. Volgens de buren die we tegenkomen is er gisteren een schip dwars voor de palen boven de stuw van Kain gevallen. Daardoor stroomde al het drijfhout voor de sluisdeuren. Dus is de vaart gestremd geweest. Je zal geld voor de zondagsvaart hebben uitgegeven….

Dinsdag 13
De rest van de Franse Schelde gaat vlot. Daarna haal ik onder het varen alvast het een en ander aan hoge spullen weg voor het Canal du Nord. Voor een spits zijn de bruggen daar niet heel erg laag, maar de stuurhut kan er niet op blijven staan met een leeg schip. Althans bij ons niet. Met veel ballast zou het kunnen. Aangezien wij geen scheidingsschot in het ruim hebben kan daar niet zoveel water in. De achterpiek met water vullen geeft onvoldoende soelaas, dus gaat de stuurhut er af. Dan zijn we wel weer royaal laag genoeg. Dus geheel zonder ballast het kanaal in. We zijn alleen en blijven dat.

Woensdag 14
De dag begint met de derde schutting, vanaf nu is de gang er wel uit. Ondanks dat we ieder pand een schutting voorbij gaan is het toch weer wachten aan de volgende sluis. Uiteindelijk het kanaal uit en vervolgens de Oise af. Een klein stukje tot aan de Aisne monding en die weer op. Dat is fijn kan ik toch mijn aankomst bevestigen op de laadplaats. Het stroomt pittig op de Aisne, omdat het niet zo heel breed is lijkt me geladen rond gaan geen goed plan. Dat betekend dat het leeg moet gaan gebeuren. Alleen zonder ballast komen we met enkel een beetje flodder achteruit niet tegen de stroom in. Alsnog de piek gevuld zodat de schroef volledig onder water komt. Voor de veiligheid zet ik de kop in de kant en probeer het achterschip tegen de stroom in rond te duwen. Verder dan bijna dwars komen we niet. Veel ruimte over is er trouwens niet. Dus om hier nu vrij rond te gaan is te link. Een stukje verder stroomafwaarts is het iets breder, daar rond en achteruit weer 800 meter omhoog krabbelen.

Donderdag 15
Om acht uur zouden ze beginnen, geen beweging te zien. Dan eerst een bezoekje aan de bakker brengen. Na het ontbijt stopt er een autootje, ik denk dat het de controleur is. Het blijkt de chef te zijn. Die weet dat het om 10 uur stopt met regenen en dat dan de eerste vrachtwagen komt. Gedurende de dag valt er af en toe best een buitje, die zijn blijkbaar minder erg dan voor 10 uur. Er rijdt 1 vrachtwagen heen en weer tussen het depot en de kade. Misschien 1 kilometer rijden. De vrachtwagen komt met de achterwielen tot de betonnen kade rand. Een soort goo is gemonteerd achter 1 klep van een achterdeur om de stortmond als het ware ruim anderhalve meter te verlengen en de lading suikerbietenpulppellets (mooi scrabble woord) in het midden van het ruim te gooien. Als het schip mooi gestrekt tegen de kade blijkt liggen dan. De stroming schept het achterschip en daardoor wil het constant af. Strak in de touwen blijven is het devies. Als er verhaald moet worden kun je dat wel vergeten. Tot overmaat van ramp weet de vrachtwagen chauffeur te melden dat dit zijn laatste rit is en de auto niet vol is. Dan moet dat restant helemaal achterin. Nu nog 25 cm voorover. Het is iedereen een raadsel waarom er niet meer komt terwijl volmaken de afspraak was. Na wat heen en weer gebel komt de toezegging dat er morgen meer komt.

Vrijdag 16
Voordat vanmorgen de eerste en meteen de laatste vrachtwagen er is zijn we al half tien. De lading moet over de twee achterste vakken verdeeld. We schuiven langzaam het schip een stukje voor stukje op, anders moet de auto steeds verzet worden, en dat is een stuk lastiger dan het lijkt. Op een paar honderd kilo na gaat de auto leeg. Die moet in ieder geval terug om de schuif eraf te halen en schoonmaken. Dus maakt het niets uit of de laatste auto er helemaal in kan of niet. Dan de papieren ze worden aan boord gebracht, althans dat denk ik, maar ze komen alleen een handtekening halen. Daar moeten eerst kopieën van gemaakt. Ondertussen begin ik vast aan het afspoelen van het schip. Na enige tijd is de man terug. Als blijkt dat ik het connossement wil hebben moet hij nog een keer terug omdat er nu net van dat document maar 1 exemplaar is. Uiteindelijk komt het allemaal goed en kunnen we aan de reis beginnen. De Aisne zijn we zo af. Het stroomt nog flink. Dus het kleine stukje Oise op gaat des te langzamer.

Zaterdag 17
Voorlopig de laatste keer over het canal du Nord, over twee weken gaat die ruim een maand dicht voor onderhoud. Dat betekend dat de route over canal st Quentin drukker zal worden. Tijdens die periode zullen er in ieder geval wel weer 2 toueurs per dag vertrekken en dat 7 dagen van de week. Sinds VNF dat zo ongeveer gehalveerd had hebben ze eigenlijk alle doorgaande vaart wel zo'n beetje weggejaagd. Alles wat van het canal du Nord afhankelijk is, probeert er voor te zorgen dat ze nog net voor het dicht gaat de laatste passage naar de gewenste kant achter de rug hebben. En daarom moet nu al strak de planning aangehouden.

Zondag 18
Als het dan ook nog tamelijk druk is, wordt een aantal collega's er niet gezelliger op. Zondags moet je sowieso niet te veel hooi op de vork nemen. Eenmaal het kanaal uit verder richting Schelde. Daar doen we een aantal sluizen en schutten alleen.

Maandag 19
We laten Frankrijk achter en gaan Wallonië in. Om die vervolgens weer te verruilen voor Vlaanderen. Even rekenen wat deze keer het best uit komt. Terneuzen of Antwerpen. Nu de Royersluis er uit ligt moet je een eind verder om naar de dokken te kunnen schutten. En als dat dan ook nog tegenstroom moet is het echt heel ver. Dan maar via Terneuzen.

Dinsdag 20
Al komt het tij daar ook niet perfect uit. Het enige wat we daarvoor hoeven te doen om dat te veranderen is een uurtje langer op bed blijven liggen. Dat was dus zo opgelost. Aan de grens geef ik me op bij de sluis. Dan krijg je een tijd van indeling mee. Die lijkt me nogal krap. Dus geef te kennen dat we dat waarschijnlijk niet gaan halen. Geen punt we moeten later nog eens roepen. Nu zijn we ingedeeld via de Westsluis en als daar ook zeevaart in mee gaat dan loopt het gemakkelijk wat uit. Zo zijn we daar precies op tijd om als laatste mee te kunnen. Aan de krammer mogen we sinds lange tijd weer eens door de jachtensluis. Bij de Volkerak is 1 sluis buiten bedrijf. En dat geeft meteen opstoppingen, zo'n beetje iedereen kan pas bij de tweede schutting worden ingedeeld.

Woensdag 21
Dat valt dan tegen hoe ver het nog is van de Volkerak naar sluis Lith. Hoe dichterbij we komen des te meer knabbelt de stroming van onze snelheid af. Eenmaal boven Lith komt het kanaal naar Oss snel in zicht. Eerst moet er een 110 m schip naar buiten. We wachter er even op. Pas dan zie ik dat de ingang voor zulk soort schepen maar een nauw gaatje is. De ontvanger wil ons morgen vroeg gaan lossen.

Donderdag 22
Blijkbaar lopen die pelleten niet makkelijk door de trechter. De kraan moet steeds stoppen, omdat de trechter vol is. Dat vinden ze best vervelend. Daarom schroeven ze het tempo van de band eronder steeds iets op. Totdat de volgende band overloopt. Dit is niet het moment voor flauwe opmerkingen. De mannen zijn er een beetje sacherijnig van, maar vinden desondanks zo'n spitsie lossen wel geinig. Dat is dan toch weer een meevaller, als je niet de veroorzaker van stoom uit de oren bent.

Vrijdag 23
Voor het eerst sinds lange tijd het schip eens grondig geboend. Daar knapt het wel van op. De keuze aan reizen is aanzienlijk. Wij gaan volgende week in Rotterdam laden voor Pont st Maxence, maar eerst een vrij weekend.

Zaterdag 24
t/m zondag 25. Zaterdag is er weer een vergadering waar ik heen ga. Zondag rommelen we thuis het een en ander en werpen een balletje bowling. Dat stond al een tijdje op de wensenlijst van één van onze kinderen.

Maandag 26
Voordat we terug naar boord rijden mag Henny eerst op bezoek bij de tandarts voor deel 2 van de wortelkanaalbehandeling die laatst was ingezet. Daarna rijden we naar boord en varen dan naar Dordrecht waar er iemand aan boord komt die graag bij spitsen de stage zou komen doen. Ze heeft zich in ieder geval al aardig voorbereid en klinkt enthousiast.

Dinsdag 27
Dat laden vandaag niks gaat worden is al snel duidelijk. Dus blijven hier wel liggen i.p.v. Ergens in een zeehaven met chronisch plaats gebrek. Bovendien kan ik mijn tijd hier ook iets nuttiger besteden. Breng zelfs weer licht in de duisternis bij een nicht van mij bij haar in de trappenhal.

Woensdag 28
Dan nu op het gemakje toch eens naar Rotterdam. We zoeken wel op een mooi eb stroompje om er heen te varen. Daar wachten we rustig af totdat we worden geladen.

Donderdag 29
Ons geduld wordt aardig op de proef gesteld. Voordeel is wel dat we nu de bunkerboot, bilgeboot en de waterboot langszij hebben gehad, maar uiteindelijk is het dan zo ver en mogen we langszij het kraan ponton. Speciaal voor de twee spitsies hebben ze de kleinste grijper aan de kraan gehangen. Dat is te zien, deze past precies in het ruim. Al blijft het vakwerk van de kraanmachinist. Beide laden we onze tonnage zoals voorzien en gaan op pad.

Vrijdag 30
Een extra lang paasweekend hebben de kinderen voor de boeg. Even een paar dagen langer zonder autoritten. Samen met de buren besluiten we via Antwerpen te gaan. En dat ondanks dat de Royersluis er uit ligt. Het tij op de Westerschelde kwam ons niet zo best uit. Net als we de haven van Antwerpen in varen neemt de Zandvliet schepen in. Het blijkt dat we daar mee naar buiten kunnen schutten, dus besluiten dat meteen te doen. Tegen de tijd dat we op de Schelde zijn loopt er reeds vloed en varen naar Merelbeke en een stukje verder.

Zaterdag 31
Normaal kunnen we dan vanaf de taalgrens naar het kanaal van St Quentin varen. Het is heel erg druk aan de eerste sluis. We kunnen met een ander schip mee. Dat valt alweer niet tegen. Die zijn we de volgende sluis dan wel kwijt. Veel maakt dat niet uit en varen ons eigen gangetje richting Frankrijk.

 Februari
2018
  
 April
2018