"juli 2010"
 Juni
2010
 
Augustus
2010
Donderdag 1
Maar ik wil niet alleen maar klagen hoor. Het vaart wel heel fijn met maar 185 ton, je raakt nergens, gaat zo'n 1,5km/h harder dan anders. Er moet wel flink zonnebrand gesmeerd worden. Van 7 tot 7 buiten staan met dit schitterende weer is een flinke aanslag op je huid. Vanmorgen weigert onze afstand bediening in alle talen. Zelfs als ik naast de ontvanger ga staan, wordt mijn aanvraag niet bevestigd. Dus maar weer eens gebeld. Ook bij de volgende sluis geen respons. Dan zal de batterij plat zijn. De pech hulp sluiswachter moet in Charmes een andere gaan halen. Na negen uur blijkt mijn afstandbediening er wel weer zin in te hebben. Het blijkt dat we in Neuves Maison een pleziervaart afstandbediening gekregen hebben. Die hebben een groen stipje. Die voor de beroeps hebben een blauw stipje. De computer kan dan herkennen wie wel en wie niet om 7 uur beginnen mag. Sluis 30 blijkt nu ook een muur met buik te hebben. Gelukkig kunnen we er ons nog net langs wringen. Bij het opschutten maait het bestek randje ( rand waar gangboord in scheepshuid overgaat ). alle plantjes die tussen de stenen groeien radicaal af.

Vrijdag 2
Gisteravond is Henny met de auto naar Nederland gereden om M te halen, want heen en terug op één dag is hiervandaan wel wat veel van het goede, ik doe in de sluizen vallei van Golbey 3 sluizen per uur, voor de automatisering kon je er 4 per uur doen, maar dan wel met wat extra personeel. Je kunt nu eenmaal niet overal tegelijk zijn. Het scheidingspand is tussen 1 Moselle en de spoorbrug een beetje gebaggerd en de oevers gerepareerd. Beide was hard nodig. Dat het nu is gebeurd komt waarschijnlijk omdat ondanks het met veel bravoure aangelegde fietspad op het jaagpad anders in het kanaal verdwenen was. Vanaf hier is dit Vogezen kanaal pas echt mooi in de verte kun je bergen zien, vaart langs de stuwdam van het reservoir Bouzey. Gelukkig er zijn nog 6 handsluizen over aan de Saone zijde. De sluiswachter houd me op de hoogte van de stand wat betreft de voetbal wedstrijd NL – Brazilie. Vast maken heeft heen zin, door de bomen krijgt de schotel geen ontvangst. Internet heb ik hier ook niet. En er is maar liefst 1 radio station waar ze een diepgaande discussie hebben over emancipatie en de rolverdeling binnen het huishouden. Dat is nu niet wat ik wil horen. NL staat achter. Het staat gelijk. NL staat voor. NL is door. 32 sluizen gedaan vandaag. Henny is niet al te laat terug aan boord met de kinderen. Zwemmen en naar bed.

Zaterdag 3
schitterend is het hier, als ik een jachtje had was ik een dag blijven liggen in Pont Tremblant. De sluiswachter vindt het in de sluis aan boord zetten van de auto een ware belevenis, en dan ook nog passen en meten om hem goed op het damwand te zetten. Het is wel een sluiswachter die een ster verdiend. Hij zet tegen de richtlijnen van zijn chef in, iedere sluis voor ons klaar en schakelt de automaat af en gaat over op hand bediening. Als ik de draden vast heb heeft hij de deuren al dicht en gaan de verlaten open. Hoewel het deze keer niet echt nodig is, omdat we niet diep liggen spoelt hij ons de sluis uit bij het uitvaren. Wat een verademing zo'n sluiswachter die zijn vak verstaat. We varen langs collega's die zijn gestopt met varen en hier alweer een jaar of acht wonen. Als dag afsluiting een prachtige licht show met geluidseffecten. Wat een ontlading iedere 2 seconden is er een bliksemflits.

Zondag 4
En vanmorgen is het gewoon weer mooi weer alsof er niets gebeurd is. Dat is nu het verschil met het weer in Nederland. Het verschil in staat van onderhoud tussen het Vogezen kanaal en hier de petit Saône is iedere keer weer verbazingwekkend. Hier ziet alles er prima uit, hier en daar is het wat ondiep, maar het blijft een rivier die na ieder hoog water wat sediment achterlaat op de plekken waar het nauwelijks of niet stroomt. De porte garde van Port sur Saône is zo'n berucht plekje. Zelfs met 1,60 diepgang gaan we door de blubber. De verhuur van de tupperware badkuipjes heeft misschien wel last van de crisis, want er varen er wel, maar beduidend minder dan anders in het hoog seizoen. De sluiswachters hier nemen voor het gemak al aan dat ieder Nederlands vrachtschip 's avonds in Ray wil blijven liggen. Wat dat betreft zijn wij geen uitzondering. Al hadden we daar wel de hulp van de laatste sluiswachter bij nodig die niet op een kwartiertje keek.

Maandag 5
Eigenlijk zou de stuurhut er weer op kunnen vandaag. Maar morgen ochtend beginnen we aan het kanaal de Bourgogne en moet hij er weer af. Dus laten we de stuurhut in het ruim staan. Het is tenslotte nog steeds erg mooi weer. De porte garde van Vereux ligt net in een knik van het kanaal. Zo kun je niet zien of er een tegenligger aankomt. Natuurlijk komt er hier net een jachtje aan als we er vlak voor zitten het “point of no return” reeds gepasseerd. Gelukkig laat de jachtenschipper ons eerst gaan. Dat hebben we ook een keer anders meegemaakt en dat was akelig spannend.

Dinsdag 6
Het kanaal de Bourgogne in. Net boven de eerste sluis, of eigenlijk boven sluis 76, zien we de Ornano liggen. Een spits gebouwd in Straatsburg, waar we ooit nog eens een reis mee samen deden. Nu klaar voor ombouw waarschijnlijk. De schipper geniet al een paar jaar van zijn pensioen in Dombasle in een huisje aan het kanaal, naar onze laatste informatie dan. Het gaat hier nog best lekker allemaal hand bediende sluizen. Dat is nog eens ouderwets zonder ergernissen varen. Voorbij de silo van Bretenieres, de laatste waar nog wel eens gelost en geladen wordt is het met de diepgang wel al merkbaar minder. Op sluis 62 zit een klein museum en een gastenboek. Men weet er ook te vertellen dat men momenteel onderzoek doet naar de mogelijkheden voor de aanvoer van staal en afvoer van windmolens pers spits. Het bedrijf staat net voor Dijon naast het kanaal. Men wil met een extra sluisje zo de bedrijfshal in varen. We varen naar de stad van Dijon en blijven daar liggen.

Woensdag 7
Omdat het lossen een dag is uitgesteld hebben we nu mooi de gelegenheid om de stad in te gaan. Het is nou niet de meest mooie stad. Dus zijn we snel uitgekeken en doen we nog een paar sluizen. We dreggen een vers in het water gedumpte stads huurfiets op. Na de stad verlaten we het vlakke landschap en komen we in de heuvels met af en toe een uitstekende rots. We ontmoeten veel enthousiaste mensen. Bij een sluiswachtershuisje gaat er een gordijntje opzij. Met een verveeld gezicht wordt er een korte blik op het schip geworpen. En het gordijntje valt weer op zijn plek. Vrijwel meteen gaat het gordijntje weer open. Ja, maar………. dat is een vrachtschip. De deur gaat open en hij komt een praatje maken.

Donderdag 8
De laatste 13 sluizen van de reis. In St.Victor is het niet gemakkelijk vast maken. Het jaagpad loopt aan de kant waar we moeten lossen. We maken nu maar aan de andere kant vast, omdat anders onze touwen over het jaagpad staan en daar nu veel gebruik van gemaakt wordt. Omdat het plaatselijke zwemplekje in de Ouche net naast het schip is. Wij voegen ons bij de locale zwemmers en genieten van de schoonheid en de rust hier.

Vrijdag 9
De mobiele hijskraan zoekt een plekje tussen de bomen. Dan kan er begonnen worden. Het halve dorp loopt uit, iemand van de Conseils General en zelfs het regionieuws France 3 Bourgogne is er bij om het vast te leggen. Na leegkomst willen we eigenlijk leeg doorvaren naar de Yonne. Zeker nu we toch al zo ver in het kanaal zijn. Echter de tunnel in het scheidingspand van dit kanaal is extreem laag. Op 5meter breedte 2,20m en in de midden 3,25m. Vroeger was er een halfafzinkbare bak waar een lege spits in kon varen en die dan met de kettingboot door de tunnel getrokken werd. De bak en toueur zijn jammer genoeg al jaren buiten gebruik. Tot een paar jaar terug liet men op aanvraag het water niveau in het pand zakken zodat de lege schepen de tunnel konden passeren. Nu wil men dat niet meer doen. Dus zullen we terug moeten. Voor een zwaaikom varen we eerst nog 9 sluizen verder naar Pont d' Ouche.

Reactie van
Eric en Anja
Spannende reis,maar waar blijven die fotoos?
Ben nu wel heel nieuwsgierig.

Reactie van
Janarie
Nog even geduld. De foto's komen in het album van juli.

Reactie van
Janarie
Ze staan er op hoor, Anja.

Reactie van
Anja
Ik heb het gezien en wil echt niet ook zo\'n reis doen hoor…
Ze zijn prachtig.
We gaan maar een beetje Tool of zo luisteren om de jaloezie te verwerken.

Reactie van
Janarie
Tool luisteren is altijd een goed idee! Maar het rondje over de Doubs heen en via Marne-Rhin en Vogezen terug is anders ook benijdenswaard.

Zaterdag 10
Daar blijven we een paar dagen liggen om van deze gelegenheid gebruik te maken. We komen tenslotte niet iedere reis hier. Op de fiets het resterende stukje kanaal naar de beruchte tunnel in Pouilly en Auxois gedaan. We fotograferen de onfortuinlijke bak die nu helemaal gezonken ligt in zijn dok. Het valt op dat deze helemaal nog niet zo rot is. Volgens mij al zou men echt willen is hij zo weer in bedrijf. Duwbootje erbij en klaar is kees. Maar VNF geeft liever een half miljoen uit aan lampjes, camera's en een rvs draadje als hand reling in de tunnel. De oude ketting boot is te zien bij het museum. Dat vandaag wel dicht is vanwege extreme warmte. Watjes! In het voormalig droogdok wat nu wel heel letterlijk te nemen is kunnen we het ding wel bekijken. Hij is veel kleiner en anders dan die van Riqueval en Mauvages. Op de terugweg vinden we nog de energie om een berg op te fietsen naar het schitterende kasteel van Chateauneuf dat op de heenweg al een haast onweerstaanbare aantrekkingskracht op de kinderen had.

Zondag 11
Als regelmatig gebruiker van de Seine moet je de bron van die rivier natuurlijk ook eens gezien hebben, zeker nu we er zo dichtbij zijn. Het is echter een deceptie eerste klas. Alles doet erg onnatuurlijk aan en er komt nauwelijks water uit. Het is er stervensdruk, maar we kunnen nu wel zeggen dat we op de eerste brug over de Seine hebben gelopen. Gelukkig is hier niet ver vandaan de bron van de l'Ignon. En dat is er één die wel de moeite waard is om te bekijken. Diep verscholen een vallei met bos. Je bent er moederziel alleen. Er groeien wilde aardbeien. Heel klein, maar erg lekker. Zo zoet als aardbeisnoepjes.

Maandag 12
Uit nood naar de supermarkt omdat de koelkast leeg is. Terug aan boord moet alles stormvast gezet. Het weerbericht heeft het over “code orange” voor stevige onweersbuien. Uiteindelijk valt het allemaal wel mee met de hoeveelheid wind.

Dinsdag 13
Een wandeling in het Forêt de Grand lâ. Door de regen van gisteren is het bos nog nat. Het is duidelijk minder warm en maakt de klim wel makkelijker. Het gaat langs een hoge rotswand waar we een mooi uitzicht hebben. Als je hier naar beneden valt heb je nog heel even de tijd om een gebedje te doen. De zaken gaan ondertussen gewoon door. Nou ja gewoon, het telefoon bereik is hier knap beroerd. Net genoeg om een sms te ontvangen, 5 oproepen gemist. Dringend terug bellen. Waarschijnlijk komen ze met een tegenbod voor een reis waar we gisteren ook al voor aan het onderhandelen waren. Een stukje verderop één blokje meer bereik, maar bellen gaat nog niet. Ze kunnen mij nu niet horen, ik hun wel. We lopen verder, aan de andere kant van de berg lukt het wel en inderdaad. Een klein beetje water bij de wijn en we zijn aan de reis. Vooral met goede voorwaarden voor op de losplek, want daar hebben ze met lossen meestal geen haast.

Dinsdag 13
Een wandeling in het Forêt de Grand lâ. Door de regen van gisteren is het bos nog nat. Het is duidelijk minder warm en maakt de klim wel makkelijker. Het gaat langs een hoge rotswand waar we een mooi uitzicht hebben. Als je hier naar beneden valt heb je nog heel even de tijd om een gebedje te doen. De zaken gaan ondertussen gewoon door. Nou ja gewoon, het telefoon bereik is hier knap beroerd. Net genoeg om een sms te ontvangen, 5 oproepen gemist. Dringend terug bellen. Waarschijnlijk komen ze met een tegenbod voor een reis waar we gisteren ook al voor aan het onderhandelen waren. Een stukje verderop één blokje meer bereik, maar bellen gaat nog niet. Ze kunnen mij nu niet horen, ik hun wel. We lopen verder, aan de andere kant van de berg lukt het wel en inderdaad. Een klein beetje water bij de wijn en we zijn aan de reis. Vooral met goede voorwaarden voor op de losplek, want daar hebben ze met lossen meestal geen haast.

Woensdag 14
Quatorze juillet, een feestdag in Frankrijk. Er kan vandaag niet gevaren worden. Er is familie op bezoek gekomen die een weekje mee willen varen, maar ook de berucht lage tunnel wel eens wil zien. 's Ochtends rijden we dus nog eens langs Vandenesse, Chateauneuf, Escommes en Pouilly en Auxois. Voor na de middag een route op de GPS uitgezet en gewandeld. De natuur is hier mooi, jammer is alleen dat er een flinke onweersbui los barst als we halverwege de route zijn. Het waait behoorlijk en regent nog harder. Helemaal nat worden we en koud. Er ontstaan op het wandelpad spontaan kleine stroompjes, af en toe glibberen we een stukje naar beneden. Terug in de auto alle kleren uit om de stoelen niet nat te maken. Airco op vol vermogen om te ramen condensvrij te houden. Even later komen we erachter dat we vergeten zijn de felbegeerde blauwe tegeltjes voor de buurvrouw mee te nemen. Aan boord moet er warme chocolademelk aan te pas komen om op temperatuur te komen.

Reactie van
Buurvrouw
Terug!

Donderdag 15
Henny gaat met hond en 3 kinderen en voor haar zelf naar de dokter. De hond voor inentingen en de rest voor een oorontsteking. En dan ook gelijk nog maar eens langs supermarkt en bakker. Wij hebben al 10 sluizen gedaan voor ze terug aan boord zijn. We hebben steeds minimaal 2 sluiswachters mee, waarvan 1 min of meer ervaren en een vakantiekracht. Een “ramplacent” of zoals het bij ons verbasterd is naar rampenplan. De vakantiekracht heeft duidelijk last van de warmte. Maar volgens mij is het niet alleen dat, op de heenweg was er ook geen grammetje enthousiasme te bespeuren. 's Avonds mogen we overnachten in de 28e sluis voor vandaag niet ver meer van Dijon. Is het toeval dat wij hier en op het canal du Centre wel in de sluis mogen overnachten en op de meeste andere kanalen waar nog wel veel bedrijfsvaart is niet?

Vrijdag 16
In Dijon liggen een paar hotelspitsen en wat jachten, deze keer gaan we meteen verder. Aan een voormalig haventje is een nieuw gebouw gezet waarin ironisch genoeg het hoofdkantoor van het Reseau feree de France blijkt te zitten. Het mini museum van sluis Petit Ouges is gesloten. Jammer, want er hangen interessante foto's. Na de middagpauze is het opeens druk met vaart. We zijn al een hotelspits achterop gelopen, komen er twee tegen en nog 4 jachten. Onze voorganger maakt na een poosje vast aan een paar bomen. Wij gaan nog een paar sluizen verder, helaas komen we net niet uit het kanaal vanavond.

Zaterdag 17
Als de sluiswachter vanmorgen niet op tijd is zetten we zelf de sluis maar klaar. We liggen er al in als ze komt aangereden. Ze zegt vrolijk bonjour en begint aan haar werk waar wij gebleven waren. In St. Jean de Losne treffen we bekende oud schippers die nu met een jacht op stap zijn. We doen samen een bakkie met een “aan de reis” gebakje, zoals we dat vroeger in de beurstijd ook wel deden. Daarna gaan we beide verder. De Saône geeft een fijne afwisseling op de vele sluizen op het kanaal. Het is echter voor korte duur, want na een paar uurtjes varen we het Canal Marne a la Saône in. Om dat werkelijk te doen valt nog niet mee, omdat een jacht midden in de ingang drijft, denkende dat hij daar mooi uit de weg ligt. Er van uitgaande dat wij door gaan op de petit Saône klopt dat ook.

Zondag 18
De logee zegt bij iedere silo waar we langs varen, had je hier niet kunnen laden?? Nee, dus. Natuurlijk heb ik dat wel geprobeerd. Vooral bij een van de silo's in het Canal de Bourgogne, had ik graag geladen. De boeren zijn overal druk bezig met oogsten. Het valt me op dat er nog een hoop koolzaad staat. En dat lijkt mij erg laat. Maar ik ben dan ook geen boer. Ik zie ook meer zonnebloemen staan dan andere jaren. Het zou leuk zijn als we die weer eens zouden kunnen vervoeren, dat is al jaren geleden. Maar omdat die zonnebloem pitten “net als met andere lichte goederen” nog al licht zijn is het daarmee moeilijker om de concurrentie met de vrachtwagen aan te kunnen. S' Avonds vertrekken de meevarende gasten zonder ook maar één andere vrachtspits gezien te hebben. Vanavond komt er meteen weer een nieuwe logee. Die gaat het wat dat betreft beter treffen want, morgen ochtend gaan we twee spitsen tegenkomen.

Zondag 18
Rond 16.30 uur ben ik vertrokken vanuit Zevenbergen, volgens mijn laatste check op de site lag de Westropa ergens bij Oisilly, op het Canal de la Marne a la Saône (of moderner: Canal entre Champagne et Bourgongne). Janarie wil laden in Bologne, aan hetzelfde kanaal maar dan noordelijker. Ik mik op Langres. Tanken in Luxembourg en verder. Rond 22.00 uur van de péage af bij Langres en even gebeld. Ze liggen in Dommarien. Handig zo'n Tom-Tom! Ik rij langs Langres, een ommuurde stad met torens en toegangspoort, leuk verlicht zo 's avonds. Rond 22.30 bij het schip wat aan een "halte de picknique" ligt. Het schip is leeg, afgebroken dus kan de auto meteen met de autokraan, in het ruim, ideaal! Ik word hartelijk begroet door Henny en Janarie, heerlijk! Dat wordt al heel vertrouwd. Effe een glaasje fris en dan erin, ik ben redelijk moe!

Maandag 19
Ik ben al vroeg wakker, niet zo goed geslapen, dat is altijd weer even wennen. Ik stap van boord en loop even rond in Dommarien en kijk even bij de sluis. De torenklok slaat half zeven, leuk , echt zo'n landelijk Frans dorpsgevoel. Op de camping naast het water zie ik een mevrouw naar het toiletgebouw lopen in haar duster. Op het schip zie ik Janarie het zeil verwijderen van de afgebroken stuurhut. Ik klim weer aan boord. Het schip steekt best hoog boven het water uit, heel anders dan dat het geladen is. Op tijd gaat de sluis open en varen dus. Deze sluisjes zijn echt op spitsenmaat. Henny helpt mee bij het invaren en roept naar Janarie hoeveel ruimte er nog aan haar kant zit. Ze laat mij zien tot hoever het schip in de sluis moet, beangstigend dicht met de ankers bij de sluisdeuren! Ze maken vast met staalkabels met een touwachtige coating. Deze veren minder mee omdat het schip ook strakker in de sluis moet blijven liggen. De volgende sluizen oefen ik zoveel mogelijk zodat ik het tellen en vastmaken redelijk beheers. Dat gaat zeker niet altijd goed maar aldoende?! Een paar hoge sluizen en dan de tunnel van Langres (Balesmes). Een 5 kilometer lange tunnel, netjes verlicht. Het toevoerkanaal en uitloopkanaal zijn mooi. Smal, Stenen oevers en mooie bomen er langs. Verdiept aangelegd. De zon schijnt dan al lang, zeker hier mooi door het bladerdak van de bomen. Weer een aantal hoge sluizen. We zijn de ene nog amper uit of de volgende doemt al weer op. Op de vorige reizen was ik het rustiger gewend! Toch vaart dit veel mooier dan bijvoorbeeld het Canal du Nord. Ik heb mijn t-shirt uitgedaan en mezelf ingesmeerd maar de zon brandt flink dus om een uur of drie ben ik al een beetje verbrand. T-shirt weer aan! We varen afgebroken dus de hele dag staan we in de buitenlucht en de zon. Wel lekker, zo buiten. Tussen de sluizen door is het vakantie vieren. S' avond komen we tot Pommeraye, sluis nummer 14. We hebben 24 sluizen gedaan, best veel, ik voel het in elk geval! Eten en daarna zwemmen met de kinderen in het kanaal. Dat koelt heerlijk af. Ze proberen mij mijn zwemschoenen af te pakken dus ik heb steeds een bosje koerende wateruilen achter me aan. Rond negenen vind ik het mooi, een palmpje en ik lees nog wat en duik in mijn nog wat te warme bed!

Dinsdag 20
Het koelde af gelukkig vannacht, het vooronder is daardoor wat koeler. Weer ben ik op tijd wakker, 6.30 uur. Janarie loopt het schip al te kuisen met de dekzwabber, een hond aan boord geeft deze verplichting natuurlijk! We maken los en liggen dan even voor de sluis te wachten tot deze reageert op de afstandsbediening. Janarie belt en even later komt de sluis in beweging. Een stuk verder moet een sluis bedient worden maar is er niemand. Bellen. Er komt iemand maar dat kan nog even duren. Schip aan de kant en wachten. Een half uur later komt er een vakantiekracht de sluis bedienen (op z'n frans: remplancement!). Hij moest eerst eten. Henny foetert terug dat sluizen geen brood eten en dat wachten geld kost! Enigszins beschaamd doet hij zijn werk. Henny helpt mee bij het bedienen van de sluis en houdt zo het tempo erin. Hij rijdt mee op een brommertje. Een stuk verderop hebben we opvaart waar we voor gaan liggen wachten op een handige plek. Voor ze in het zicht zijn zit Janarie natuurlijk al breeduit te kletsen met hen. Als ze voorbij varen geeft Henny een gil, ze heeft een jongensfietsje gespot op de passerende spits voor ¤50, staat tegen de kraan aan, met een bordje. Die wil ze! Beide schepen in de achteruit en even later liggen we met de konten tegen elkaar en wordt de fiets bekeken. De fiets wordt goedgekeurd en beide blij met de verkoop, vervolgen we onze weg. Weer een stuk verderop staat een andere vakantiekracht op het vollopen van de sluis te wachten terwijl die allang vol had moeten zijn. Opeens zien we hem naar de andere kant van de sluis lopen en alsnog een verlaat dicht draaien, dat schiet natuurlijk niet op! Het is weer een warme dag en ik voel me op een gegeven moment net een gebraden eend. T-shirt weer aan, pinkpopmuts op en zoveel mogelijk in de schaduw blijven. We drinken liters sap en water weg. Henny serveert dat al in halve liter glazen, ongelofelijk. Veel sluizen hebben een brug na (onder) de sluis. Ik heb de neiging om meteen de kabels op te bergen maar ik moet me steeds er toe zetten om eerst te gaan zitten zodat ik bij het uitvaren niet mijn hoofd stoot tegen zo'n betonnen of stalen brug, waar ik dan inderdaad vlak onder door schuif. Er is niet veel afvaart geweest want menig spinnenweb krijg ik in mijn gezicht. Bij een sluis word ik afgeleid door een mooie oude stalen handbediende hefbrug en prompt klap ik met mijn hoofd tegen een tweede die daar vlak achter ligt. Shit, de schade valt mee, een schamp, maar ik schrok wel even. Ik ben het even beu: te heet en te veel sluizen, ik hoop dat het morgen anders is! Gelukkig naderen we Bologne waar we aan het eind middags vastmaken voor de silo en het schip klaar maken voor laden. Auto's er uit en op de kant, de speedboot achterop, de stuurhut (na drie weken) weer erop, de jetski op de luiken, de mast op zijn plaats en wat stophout opruimen. Morgen worden we geladen, bevestigd een medewerker. Tijd voor nog een duik en aan tafel. 's Avonds lees ik een boek over het weer, in de koelere buitenlucht op de autokraan. In het vooronder is het snikheet, Janarie heeft alles dicht gemaakt voor het stof van de te laden gerst. Dus eerst alles open gegooid maar dat helpt nog niet zoveel. Als ik een half uur in mijn bed lig, springt er bij de silo's een enorme ventilator aan, hallo, wat een kabaal. De ijskast naast mijn bed hoor ik niet meer! Maar ja, alles weer dichtgooien is ook geen optie. Gewoon gaan slapen en dat lukt redelijk.

Woensdag 21
Een medewerker komt vertellen dat er geen controleur komt om het ruim en lading te keuren. We waren in de veronderstelling dat we vandaag geladen zouden worden maar dat gaat blijkbaar toch niet door. Een lang verhaal dat er iemand in de buurt woont maar die mag niet keuren en die andere heeft nog niet gereageerd op de e-mails?! Nou ja, zegt Janarie, dan gaan we ons vandaag als toeristen gedragen. De luiken weer dicht! Janarie merkte op dat in mijn auto een lampje is blijven branden, het binnenlichtje is blijven branden vanaf mijn aankomst bij het schip 's avonds. Inderdaad krijg ik hem niet meer aan de praat, aanduwen lukt ook niet. Dus eerst brood halen met de auto van hen. Bij terugkomst staat de acculader al klaar. Janarie stippelt een wandeltocht uit, een stukje verderop. Eten en drinken mee. We rijden er toerend naar toe. D zit bij mij voorin de auto, het dakje hebben we open gemaakt. Inderdaad de toeristische route, Henny voor ons leest de kaart, binnendoor. We lopen een flink stukje door een bos. Halverwege eten we in het bos onze lunch op, Janarie vindt bosaardbeitjes, heerlijk. We komen langs een riviertje en een bronnetje, van de heilige sint Bernard. De bron loopt niet meer over. In het poeltje er voor liggen muntjes, de kinderen kunnen het niet laten en halen een paar 2 cent en 5 cent muntstukken uit het water. T doet hardop een wens terwijl ze het muntstukje terug gooit: ik wens dat ik door het water mag lopen en dat houdt ze stug vol. We gaan verder, langs het beekje. D loopt over een klein stuwdammetje en glijd uit, gaat voluit op z'n buik en haalt een nat pak. Hij kijkt beteuterd. Laska, de hond vindt dat water geweldig, steeds er weer door heen. We komen uit bij een standbeeld van de heilige st. Bernard. Hij kijkt uit over de vallei waar een uitgestrekt kloostercomplex ligt wat nu in gebruik is als penitentiaire inrichting, kompleet met wachttorens. Twee flinke muren er om heen, waarvan de buitenste zelfs langs de helling van de tegenover gelegen heuvels loopt. Een snoodaard (ex-gevangene?) heeft een flesje bier in de opgeheven hand van de heilige Bernard gelegd. Het geeft meteen een ander beeld van de omgeving. We rijden toerend terug en gaan nog kijken bij een kristalblazerij. De glasblazerij is niet open maar het museum wel, daar lopen we doorheen. Wel leuk, het kristal wordt tot 1500 graden verhit, dat is wel warm! Ernaast is een grote winkel waar Henny en Janarie nog doorheen lopen. Op de terugweg zien we een eind verderop een groot kruisbeeld, het monument ter nagedachtenis van Charles de Gaulle, we gaan er even kijken. Een groot granieten dubbel kruis, op een heuveltop, met chauvinistische teksten. Het doet allemaal wel een beetje pompeus aan. Daarna naar boord.

Donderdag 22
Laden om 8.00 uur. Gerst. Het stuift een beetje. Henny vraagt of ik 4 baquetjes wil halen, dus Bologne in. Effe zoeken en maar gevraagd, ik was er al voorbij gereden. Het weer is duidelijk omgeslagen, het is bewolkt en het miezert soms een beetje, goed tegen het stof. We laden ong. 260 ton zodat de diepgang niet meer dan 1.90 is, Janarie smokkelt een beetje, het kanaal heeft een voorgeschreven maximale diepgang van 1.80 m. Henny koopt ondertussen de plaatselijke supermarkt leeg. Om 11.00 uur zitten we vol, papieren in orde maken en de twee auto' s gaan op de lading in de kuil tussen de voorste en achterste laadbult, op een canvas zeil. Opruimen en luiken dicht. Losgooien en meteen weer een sluis in. Ik spuit ondertussen met de dekwas installatie het schip schoon, dat is nu geen straf, het kanaalwater voelt zelfs warm aan. Ondertussen miezert het wat meer en gaat over in regen. Ik word nat en ik probeer een beetje op te drogen in de stuurhut. Bij de volgende sluizen toch maar een regenjas aangedaan. Een mooi stuk kanaal, mooi groen en heuvelachtig. Het klaart soms op en dan gaat het weer regenen. Janarie zit ondertussen te kletsen met een opvarige spits, de Vincita, bekenden van hun. Zij maken twee sluizen verderop vast. We maken 's avonds vast voor de laatste sluis in een pont canal. Een aquaduct over de Marne waar we al een tijdje langs varen. Ik kan het niet laten en kijk onder de pont canal. Een (wat) oudere stalen bak, ondersteund door drie pijlers, met aan beide zijden een voetgangerspad. Aan de ene kant is het jaagpad in gebruik als service route en als fiets/wandelroute en de andere kant is afgezet en al begroeid. De bak lekt her en der flink en ziet er wat roestig uit. Ik hoor het water over de sluisdeuren lopen dus er is aanvoer genoeg. De Marne stroomt onder het pont-canal door, natuurlijk en ongetemd. Als ik 's avonds nog wat rond loop zie ik diverse vleermuizen boven de Marne naar muggen happen. Een mooi gezicht.

Vrijdag 23
Als we 's morgens de sluis invaren en afschutten hoor ik opeens een hoop verbaal geweld uit de stuurhut komen, meestal gaat er dan iets niet goed. Ik kijk naar Janarie, maar ik zie niemand achter het roer zitten?! Ik houd mijn aandacht bij mijn werk ik kan eigenlijk niets verkeerd bemerken. Niet te ver naar voren, niet te ver naar achteren, geen ankers tegen de deuren, geen idee?! Opeens hoor ik Janarie geruststellend "lang zal ze leven" zingen in de voordek luidspreker. Dat was waar, M is vandaag jarig! Ik had toevallig een pak marsjes van huis meegenomen, dat komt nu goed uit, toch een klein cadeautje van mij. Henny gaat met de kinderen cakejes bakken, even later ruikt dat al heerlijk. Janarie en Eelco hebben ondertussen uitgebreid besproken waar ze elkaar zullen gaan passeren. Als we een bocht om komen liggen ze keurig aan de kant te wachten. Als het passeren wel heel vlot lijkt te gaan wordt er besloten om aan elkaar vast te maken en Petra gaat koffie zetten, echt gezellig! Zo liggen we met twee spitsen met de konten naast elkaar op het kanaal. Zij blijken ook visite te hebben dus staan we even later met z'n zevenen in het gangboord met elkaar te kletsen. Koffie en sap en ik had nog een pak stroopwafels bij wat ik uitgedeeld heb. De honden spelen met elkaar en de kinderen hollen daar weer achteraan. De meerijdende sluiswachters komen kijken of we water nodig hebben, maar de opgestoken duim van Janarie zegt blijkbaar genoeg, ze moeten maar even wachten. Als er echt niks meer te vertellen valt, komt blijkbaar toch het moment dat ze weer verder moeten en we maken los, ieder gaat weer zijns weegs. Eindelijk tijd voor het ontbijt met cakejes, zeker dat cakeje gaat er goed in. We varen verder het kanaal af, het weer is wat beter dan gisteren, soms wat zonneschijn, afgewisseld met donkere wolken en soms een beetje miezer. De omgeving is een beetje bergachtig begroeid: veel sparren en loofbomen, erg mooi. Soms kun je echt zo in het landschap zien dat we afdalen, van hoger komen van achteren en voor ons het lager gelegen dal. Vaak loopt er een spoorweg mee of een weg, met aan de andere zijde de meanderende rivier de Marne. Ik zit of lig als het weer het toelaat op de autokraan, uit de loop en toch in de buurt en een hoog uitzicht! Ik zie de oevers voorbij glijden en verbaas me over de vissen die regelmatig in het voorbij varen van de kant richting schip boven water uit springen en zich als een razende voortbewegen en nog een paar keer boven water uitspringen. Of ik laat de wolken aan me voorbij glijden. Op een gegeven moment was ik wat ingedut en ik dagdroomde wat, waarin op een gegeven moment de lucht van soep in voorkwam. Dus ik werd wat wakkerder en snoof nog steeds die soepgeur op. Als Henny kookt, dan ruikt het zo lekker aan boord en dat vind ik zo oergezellig. Maar soep houden ze niet van, dat maakt Henny niet en dus was dat een beetje vreemd. Ik kom overeind en wil juist zeggen dat ik soep ruik, als ik een kom soep onder mijn neus gewaar wordt die daar door Henny wordt ondergehouden. We liggen beide krom van het lachen en de soep smaakt goed. Er rijdt een jonge vrouw mee, als remplacant. Ze praat nauwelijks maar doet goed haar best. De meeste sluizen werken met de afstandbediening maar een ouderwetse ophaalbrug is handbediend en er is (nog?) niemand te bekennen. Janarie belt weer en krijgt te horen dat men er achterheen gaat. Bijna tegelijkertijd verschijnt het meisje uit de verkeerde richting en haalt ijlings de ophaalbrug op, terwijl ze haar telefoon beantwoord. Een wat meer bekende sluiswachter arriveert en vertelt dat de remplacant van gisteren de slinger mee had genomen en zij is die gaan moeten halen met de scooter op het betreffende station. Als we de opgehaalde brug door varen kijkt zij ons aan met rode konen. En wij maar steeds denken dat zij niet snugger of lui is. Nog een laatste automatische sluis en we liggen even verderop weer vast voor een brug. Toch weer 19.30 uur, lange dagen. We eten pannenkoeken, Henny heeft ze vanmiddag al gebakken, voor de verjaardag van M. De kinderen zeuren al langer wanneer we nu eindelijk pannenkoeken gaan eten en zijn van plan voor tien te gaan eten. Na anderhalve pannenkoek zitten ze al vol en blijft er een stapeltje over. Voor morgen of zo.

Zaterdag 24
Om 7 uur weer aan de slag. Een bewolkte dag terwijl het vannacht helder was. Met een draai aan een "perche", een stok die boven het water hangt, bedien ik een automatische brug en verder gaan we weer. Het laatste stuk van dit kanaal is net een streep op de kaart, hartstikke recht. Het weer klaart langzaam op, de temperatuur stijgt wat. Er staat een koude wind. Achterop, uit de wind en in de zon is heerlijk, ik lig daar heerlijk weer te soezen. Ik help weer met het vast maken in de sluizen, het wordt al een beetje een gewoonte. Terwijl ik op het voordek sta om de meerkabels te doen trekt Janarie aan de blauwe stang om het schutproces te laten beginnen. Kort daarop wordt hij belaagt door een zwerm wespen. Er blijkt in in de kast boven de rode en blauwe stangen een wespennest te huizen. En die zijn het er niet mee eens dat zij verstoord worden en laten dat duidelijk weten aan de boosdoener. Beneden die sluis bij een S-bocht onder een brug door schuurt het vervaarlijk onder het vlak. We hobbelen over iets heen. Het is hier niet echt diep. Dat gebeurt nog een paar keer. Soms gaat er iets door de schroef, het schip trilt dan wat. Vanaf st Dizier kan ik weer op de autokraan zitten, de zon schijnt feller en de wind is minder koud. Overal zijn de voormalige sluiswachtershuizen niet meer als zodanig in gebruik. De meeste worden bewoond door particulieren of zelfs nog door de voormalige sluiswachter of staan gewoon leeg. Meestal zit de blauwe emaille sluisnaamplaat met nummer nog op de gevel. Bij een flink aantal is de kant van sluis bij het huis in gebruik genomen als tuin, waar vaak hele disney-parken staan opgesteld. En bij sommige is het gewoon een uitdragerszooitje. Soms een beetje troosteloos. Over het voormalige jaagpad rijdt zo nu en dan een VNF-auto voorbij of mee. Op een gegeven moment zit ik op de autokraan en T komt op mij afgestoven. Ik pak haar speels vast en slinger haar heen en weer. Een waterschoentje schiet uit en valt in het water. Ik roep naar Janarie dat die schoen in het water ligt en hij remt het schip en vaart weer achteruit. Met een lange pikhaak vis ik de schoen en het inmiddels losse zooltje uit het water. Weer in z'n vooruit. Janarie moppert een beetje dat het niet weer moet gebeuren. Ook T roept nog een paar keer dat ik stout was. Het weer is lekker, ik ben weer verbrand maar een beetje kleur bevalt me ook. Tot mijn verbazing vliegt er een kleine kokmeeuw boven mijn hoofd met een visje in zijn snavel. Er vliegen meerdere kleine meeuwen achter het schip, op zoek naar opgespoelde visjes in het schroefwater. Soms duikt er een naar beneden en heeft meestal beet. Toch wel heel apart dat je midden in Frankrijk meeuwen tegen komt. Als ze er een hebben gevangen vliegen ze weg onder luid gekrijs. Bij de laatste sluis ligt er een enorm dikke meerval van wel 80 cm lang op een van de deuren te stinken. Zijn zijkant is ingehakt, misschien door een schroef of zo. Een stuk verderop stuur ik weer een stukje en houd zo goed mogelijk het midden van het kanaal aan. Ik zie op een gegeven moment de snelheidsmeter langzaam maar onverbiddelijk terug lopen, de motor blijft ondertussen het zelfde geluid geven, Zit ik teveel naar links? Volgens mij niet maar bakboord oever is wel flink begroeid terwijl die van stuurboord afgedamd is met damwandprofiel. Ik besluit wat naar stuurboord te sturen maar onder tussen liggen we echt bijna stil. Janarie komt naar boven: "liggen we stil?", hij zal dat ook niet merken! Hij adviseert ook naar stuurboord te sturen, daar is het toch wat dieper en langzaam komt er weer wat gang in. Voor de laatste sluis maken we vast aan twee palen, althans dat probeer ik, maar zou gauw ik naar de kant stuur gaat de vaart eruit. We blijven meer in het midden en met weinig gang sturen vlak bij de palen naar de kant. Waar we niet bij komen! We liggen wel lekker stil, zo in de modder!

Zondag 25
De sluizen worden op zondag pas om 9.00 uur actief dus een beetje uitslapen alhoewel het daar eigenlijk niet van komt. Ik loop buiten wat rond langs het kanaal. Het is bewolkt weer maar soms aait een lichtvlek over het kanaal en de Westropa. Als ik ze in het water zie springen, besluit ik ook even een duikje te nemen. De temperatuur valt niet tegen maar toch snel krijg ik koude handen, eruit dus. De sluis gaat op tijd open en we gaan verder. Een stukje verderop hebben we opvaart. Twee Vlaamse spitsen hebben zich al gemeld. Janarie en de eerste hebben een plekje afgesproken om elkaar te passeren, een stukje kanaal waar het wat breder is. De opvarige ligt even later zo ver mogelijk naar stuurboord (maar dat is niet ver) en wij proberen er langs te varen. Al snel varen we aan stuurboord omhoog de modder op. Als we allebei tegen elkaar liggen, liggen we ook allebei vast in de modder. We binden beide schepen aan elkaar en proberen elkaar voor bij te trekken. Janarie slaat na wat gehannes een paar keer flink achteruit en vooruit en tot mijn verbazing is dat genoeg om elkaar weer te passeren. De tweede gokt op een betere plaats en ook daar liggen we even later gebroederlijk vast tegen elkaar. Ook hier weer met trossen en vooruit en achteruit draaien met weinig effect. Ondertussen is er voldoende tijd om de laatste wetenswaardigheden uit te wisselen. Als de eerste achteruit vaart en "een touwtje aanneemt" en aan de tweede begint te trekken komt er schot in de zaak. Een klein uurtje later zijn we weer los en vervolgen we onze weg, wel een ervaring rijker. Ik vaar weer een paar pandjes en ik merk dat ik ongelooflijk moet letten op de snelheid want zo gauw deze daalt zit ik niet meer precies in de vaargeul en onder een brug zit ik wel in het midden maar vaar ik toch omhoog over een bultje modder. In Vitry-le-Francois passeren we het oude beursgebouwtje (met "BOURSE" op de gevel) en er liggen nogal wat oude spitsen. Een paar waar de nieuwe eigenaar enthousiast aan de slag is (was) gegaan maar waar nog heel veel aan moet gebeuren of sterker, waar vermoedelijk de eigenaar het al heeft opgegeven. We draaien naar stuurboord, het Marne-Rijn kanaal in en even later weer naar bakboord, het Canal Latéral à la Marne in. Veel industrie langs het nieuwere kanaaldeel. Vroeger liep het kanaal door de stad maar dat is in de jaren 60 om de kern heen gelegd. Bij een sluis in dit kanaal is het oude sluiswachters huisje dichtgemetseld en is het modernere sluiswachters bedieningshuisje op de sluis ook met hekken omsingeld en zijn de ramen met traliewerk dicht gemaakt. Alles geautomatiseerd. Het ziet er niet zo gezellig uit, het landschap weer des te meer. Groen en heuvelachtig. Het weer blijft bewolkt. Om half acht liggen we weer vast voor de laatste sluis (nummer 7, st Germain) en is het etenstijd. Weer een lange dag. Ik geniet na van de dag en van de avond als ik op het voordek onder het genot van een pilsje en met op de achtergrond het geruis van het water dat over de deuren van de sluis loopt, mijn verslag zit te typen. Het is landelijk stil. Niet verkeerd dat varen over Franse kanalen.

Maandag 26
Op tijd op en Janarie vraagt of ik het schip voor de sluis wil zetten. Rustig manoeuvreer ik het schip recht voor de sluis helaas blijkt dat deze niet op tijd aanspringt. Ik stuur weer terug om weer vast te maken en Janarie zit al te bellen als de sluis zich toch bedenkt en alsnog in werking treedt. Ik stuur alsnog het schip de sluis in en daarna maar meteen het eerste pand van vandaag. We varen afvarig verder het Canal Latéral à la Marne af. Het is een bewolkte en frisse dag. We varen door "Chalons en Champagne" Waar bij het invaren van de sluis Henny van boord springt om brood bij de bakker te halen. Net als we uitvaren komt ze terug aangelopen, ze heeft inderdaad brood gescoord maar ook sinaasappelen voor onze dagelijkse glas vers sap bij het ontbijt. Verder naar Condé sur Marne. Hier draaien we stuurboord het Canal de l'Aisne à la Marne op waar we weer 8 sluizen omhoog moeten. Meteen bij de eerste sluis staat een opgeknapte loc op de sluis waarvan Janarie weet te vertellen dat dit een van de locs was die de schepen vroeger door "De souterrain de Mont de Billy" trok. Meteen bij het invaren vallen we helemaal stil met draaiende motor en de kop komt zelfs omhoog; het schip duwt het water voor zich uit de sluis in, waardoor het peil stijgt en de waterbult het schip afremt en zelf probeert terug te duwen. Op de voorste sluisdeuren zie ik het water zeker 30 tot 40 cm stijgen. Daarna zakt het schip weer een eindje en deze golfbeweging komt nog een tweede keer zwakjes terug. Het duurt lang voor we helemaal binnen zijn. De sluizen liggen redelijk dicht achter elkaar en we hebben ook een aantal afvarige jachtjes die uit de sluizen varen. Sommige hebben de grootste moeite om hun schip in bedwang te houden als we met onze spits voorbij varen. Eerst wordt je opzij gezet en daarna weer aangetrokken, dat vraagt stuurmanskunst. Janarie geeft ook niet veel ruimte om maar met zijn diepgang in de vaargeul te kunnen blijven. Een van hun vaart rakelings langs ons zonder met zijn ogen te knipperen, een ex-beroepschipper zeker. Bij een van de volgende sluizen gaat Henny met T en Laska een pandje wandelen en bij nader inzien worden dat er twee. Het weer is ondertussen wisselend geworden, de temperatuur is wat aangenamer maar zo nu en dan krijg ik een bui op mijn kop waarvan ik steeds weer snel opdroog. Bij de laatste sluis vaart er weer een jachtje uit en springt de sluis op dubbelrood, hij valt "en panne". Terwijl we toch invaren in de opstaande sluis belt Janarie om assistentie. Hij ziet dat een van de deuren niet helemaal open staat maar duwt deze aan de kant bij het invaren. Tijdens het lange invaren verschijnt er een VNF-wagentje met een jonge vrouw die aan mij vraagt of de deuren van de vorige sluis gesloten waren. Geen idee, niet op gelet. Wel meld ik in mijn beste frans dat er hoogstwaarschijnlijk iets achter de niet echt open staande deur steekt. Ze reageert daar niet op en bedient de sluis handmatig. Ondertussen zie ik Janarie met een pikhaak een ding achter de nu achter ons gesloten deur uit het water vissen. Als hij het op de luiken mikt, zie ik dat het een stootwilg is. Logisch dat die deur niet helemaal open wilde. De jonge vrouw komt nog melden dat ze ook niet wist wat de storing was terwijl ze toch kan hebben gezien dat Janarie die stootwilg uit het water viste. Ook Janarie legt nog uit wat hij uit de water haalde en daarna gaan we verder. De bief de partage is met "Le souterrain Mont Billy". Er komt juist een jachtje uit de tunnel en het licht spring op groen. De tunnel is verlicht. Bij het invaren springen in de verte ventilatoren aan, met een flink gejank. De koele wind blaast in ons gezicht. Het is een 2300 m lange tunnel waar op het jaagpad nog de oude spoorlijn meeloopt, waarover vroeger die locomotief liep die op de eerste sluis van Condé sur Marne stond. Een stukje verderop hangen inderdaad achter elkaar drie pakketten van elk drie ventilatoren aan het plafond die lucht door de tunnel blazen. Ze blazen de uitlaatgassen de tunnel uit. Halverwege de tunnel hoor ik ze uitspringen, voldoende ventilatie zeker. Ik krijg het fris en ik ben weer blij als we aan de andere kant weer in de zon varen. Vanaf een vastliggend jachtje aan de kant roept een man dat hij Jan-Willlem heet en mij kent maar ik hem niet?! Ik vermoed dat hij de site van de Westropa kent en denkt dat ik Janarie ben. Helaas, die zit beneden. We maken vast voor de eerste sluis na de tunnel en gaan aan tafel.

Dinsdag 27
Nog steeds bewolkt weer, het is fris buiten. Om 7.00 uur de eerste sluis in en verder. Rond het middaguur varen we door Reims. Voor de stad is er links en rechts van het kanaal nogal wat industrie met bijbehorende laad- en losplaatsen. Ook liggen her en der weer spitsen langs de kant. We varen door het mooie kanaal de stad in, omzoomd door kastanjebomen en populieren, langs de buitenwijken met hoge flatgebouwen. Langs de oevers verschijnen meer wandelaars en lopers op de fietspaden. Joggers met de i-pod in en ouderen die op hun gemak langs het water wandelen. Vaders wijzen hun kind op onze spits en leggen uit wat er te zien valt. Een gezellige drukte dus. We varen langs het centrum van de stad. Het stadsverkeer heeft wel een bepaalde aantrekkelijke dynamiek en is even een prettige afwisseling. Van het centrum zien we niet echt veel en na de stad varen we weer langs industrie. Veel staalverwerkende industrie en betonindustrie. Ik ben toch weer blij als we de stad met zijn industrie weer verlaten hebben en weer terug zijn in de groene rust van het landelijke kanaal. Het kanaal gaat verder tussen de heuvels door waar het verdiept is aangelegd. De oevers zijn wit van de kalk, het water kleurt algengroen van de opgenomen kalk. Ik heb onderweg al verschillende soorten oeverbescherming gezien maar de gestapelde bigbags zijn daar weer een variatie op. Je mag er niet aanleggen. Nee, kan me voorstellen, je trekt die bigbags gewoon kapot. Verderop staan er geen bomen langs het kanaal en kun je daardoor wat verder kijken. De streek is heuvelachtig. Sommige velden graan zijn al geoogst en liggen er goudgeel gemaaid bij. Andere blokken zijn nog groen en daarnaast is dan weer een korenveld waar het stro nog ligt te drogen. Een volgende ligt er bruin geploegd bij. De lappendeken lijkt zo over de glooiend heuvels te zijn gelegd. De zon schijnt wat wazig door de wolken en de heuvels in de verte zijn wat nevelig. Een tractor werpt een stofwolk achter zich op bij het omgooien van het gedroogde stro. Daartussen, op een Route National rijden kleine autootjes geluidloos heen en weer. De zon strijkt her en der door de wolken heen en lichtvlekken schuiven langzaam over het landschap. Bij sluis 5, Gaudart, vliegt een zwaluwtje met een vliegje in zijn snavel rond de kop van de spits. Hij (of zij?) gaat op de plunjer van de hydraulische cilinder zitten waar de deuren mee worden geopend, op zo'n 3 meter van mij verwijderd. Dat doen ze bij ons thuis niet! Als het schip verder zakt in de sluis schiet hij opeens in een uitsparing in de sluiswand waar een nestje met jongen blijkt te zitten. Drie kopjes koekeloeren over de rand van het nestje, zo schattig! Hij geeft ze het vliegje en weg is tie weer. We maken vast onder de sluis, Janarie kent de sluiswachter. Hij stopt er mee voor vandaag. Elf sluizen, valt mee. Het water lonkt en we gaan zwemmen. Janarie krijgt een lumineus idee: hij hangt een touw met een dwarshout in de opgestoken kraan en aan dat touw slingeren we het water in. Dolle pret. Het leukste is het touw zo lang mogelijk vast te houden en op het keerpunt los te laten. Bij mij lukt dat zo goed dat het kunststof touw tot boven in de kraan terug schiet. Het werkt aanstekelijk want de sluiswachter komt mee zwemmen en slingeren! We worden in zijn moestuin uitgenodigd, met gepaste trots laat hij zien wat ze allemaal verbouwen. Het staat er inderdaad goed bij en in ruime mate. We krijgen van alles mee: uien, aardappelen, groene kool, courgettes, bieten en nog meer. Hij steekt de barbecue aan en nodigt ons uit. Wijn op tafel en kaasjes enz, erg gezellig. Hij vraagt of ik wel eens slakken op heb. Nou nee, en inderdaad even later staat er een heerlijk schaaltje slakken op tafel. Ik laat me niet kennen en leg voorzichtig een slak op een stukje brood en zet mijn tanden er in. Als je even niet aan slakken denkt en alleen proeft, smaakt dat niet verkeerd. Ik neem er nog een en meerdere volgen. Er zit een heerlijk sausje overheen. Smaakt prima. We worden uitermate verwend. Na een laatste whisky zijn we rond 00.30 uur weer terug aan boord en morgen wil Janarie toch weer rond zevenen voor de volgende sluis liggen!

Woensdag 28
We zijn inderdaad vroeg op en varen verder het kanaal uit, naar Berry au Bac. Henny schiet van boord met de fiets om snel nog wat inkopen te doen. Daar draaien we naar links het canal Latéral à l' Aisne op. Henny staat daar ondertussen al weer op de volgende sluis te wachten. Er volgt een lang pand. De zon breekt een beetje door en de temperatuur stijgt wat. Het wordt warmer in de stuurhut. Ik vaar en ik heb moeite mijn ogen open te houden. Ik voel me een beetje brak van het korte nachtje. Gelukkig is er voldoende activiteit om me heen die me bij de les houdt. Een stuk verderop zijn ze aan het baggeren, niet verkeerd. Een kraan op een drijfbak met spudpalen baggert de modder in een langzij liggende spits. Een tweede ligt verderop gereed te wachten. Bij Bourg et Comin draaien we naar stuurboord, het canal de l'Oise à l' Aisne op. Het karakter van het landschap en de sluizen verandert wat. De sluizen zijn net iets breder en 'n meter langer waardoor het allemaal wat minder precies komt en makkelijker gaat. Het kanaal is ook iets jonger dan de het vorige kanaal. Het water wat de sluis vult, komt vanuit de vloer waardoor het water veel minder kolkt en waardoor het schip veel minder op en neer steigert. De meeste sluiswachtershuizen staan er verlaten bij en sommige staan in hun eenvoud en stilte, heel pittoresk te wezen. De heuvels worden wat glooiender en groener en het landschap is wat opener. De oude geklonken bruggen over het kanaal lijken verlaten of op z'n minst zelden gebruikt voor gemotoriseerd verkeer. Het onkruid tiert er welig op en bij andere hangen bossen bruidssluier naar beneden. Bij een van de sluishuizen is de voordeur er uitgebroken. Henny loopt tijdens het schutten het huis in en ik schiet er achteraan. Effe binnen kijken! Het is een rommeltje maar geeft wel een leuk beeld van zo 'n huisje. Henny loopt weer een pandje met de hond en T en de volgende alleen met de hond. Ze gebruikt de wandeling meteen voor een hondentraining. Even later doemt weer het hoogste pand met de tunnel van Braye-en-Laonnois op. Rechts van de tunnel is een flinke ventilator gebouwd en bij het invaren zie ik dat de ingang kan worden afgesloten met een overhead-roldeur. Ik verwacht dat de deur zich zal sluiten en dat de ventilator aanspringt maar dat gebeurt niet. Enigszins teleurgesteld berg ik mijn cameraatje weer op. Een betonnen tunnel, ziet er professioneel uit. De andere waren gemetseld waarbij het soms flink lekte en stenen er soms uit vielen. Een stuk verder in de tunnel lekt het dan toch flink. Met een stalen plaat is getracht het water naar de zijkant af te voeren maar de plaat is ondertussen alweer doorgeroest en het water gutst van het plafond. In de tunnel hangt toch flink wat rookgas van het vorige schip en ik snap eigenlijk niet dat die ventilator niet aanspringt. Bij alle andere tunnels draaiden de ventilatoren continue. Goed, als ik hoofdpijn krijg dan weet ik in elk geval waarvan. Aan de andere kant verlaten we de relatieve koelte en varen we weer in de zonneschijn. Het loopt alweer tegen 4 uur. Twee sluizen verderop verlaat ik het schip. De bewoners die juist komen aanrijden, kijken enigszins verstoord als we mijn auto met de kraan uit het ruim hijsen en op de kant zetten. Gedag zeggen en het schip verlaat weer de sluis en ik ga naar huis. Ik heb het gevoel alsof ik weken gevaren heb.

Donderdag 29
Sinds lange tijd zonder logees. We hebben aan sluis 3 een panne, maar ik heb geen telefoonnummer van de depanneur. Aan Abbecourt zit niemand meer. Tegen beter weten in toch bellen, niets. De tunnel van Braye dan. Wordt niet opgenomen. Op de sluis hangt geen briefje met nummers die je bellen kunt bij panne. Er is geen intercom. Dan maar aan de rode stang trekken. Even later komt er een witte bestel auto aan, daar is ie dan. Nee, het blijkt de bakker te zijn. Dan komt er een buurman achterop die wel een nummer heeft en krijgt iemand aan de lijn. Pffff, quel bordel ici. Bij sluis Abbecourt nog een tweede panne, maar nu duurt het niet zo lang voor er iemand is. Gelukkig zijn op de rest van de sluizen deze reis allemaal sluiswachters.

Vrijdag 30
Het canal du Nord altijd druk bevaren, zo komen we een heleboel buren tegen waar je een praatje mee maakt en wisselt de laatste nieuwtjes uit. Die vaak vooral gaan over de laatste markt ontwikkelingen. De buren een schutting voor ons treffen aan een van de Somme sluizen een stroom panne, zodat ze de voorsprong die ze hadden opgebouwd weer kwijt zijn.

Zaterdag 31
Jemig, wat een werk deze maand, het zijn wel erg veel foto's deze keer om uit te zoeken voor het album van juli. Allemaal moeten ze kleiner gemaakt, voorzien van copyright en een naam krijgen. En omdat het er zoveel zijn moeten we voor het uploaden wel even wachten tot we snel internet verbinding hebben.

 Juni
2010
  
 Augustus
2010